zondag 13 juni 2004

The more things change, the more they stay insane.


Bovenstaande tekening is een verbeterde versie van HBKP, die alle mogelijkheden probeert te laten zien.
Leten we voor het gemak aanemen dat dit de structuur is van het begrip 'honkbalknuppel'; aangezien alle 3 de woorddelen (bal,honk en knuppel) een sterk metaphorische lading hebben mogen we dit aannemen, kortom: een beeld zegt meer dan 1000 woorden maar in dit geval zegt het woord meer dan 1000 beelden. Het woordbeeld hiervan raakt ermee vervuilt en loopt over aan inhoud, terwijl met een honkbalknuppel ook het tegenovergestelde bereikt zou moeten kunnen worden. Dus...hoe verloopt zo'n hersenspoeling?
Men kan aan de schrijffouten in de cheque zien waar de knuppel staat (maar om hoeveel ballen het gaat, telt ook mee).
Zou men taalkundig elk woord (of hoeveel procent van alle woorden) kunnen vervangen door of honk of bal of knuppel of honkbalknuppel zodanig dat mensen elkaar nog steeds begrijpen kunnnen of (wanneer) wordt dat een smurfentaaltje?
Die vraag is beantwoord als men de (hoofdzakelijke mondelinge) commandos en dus het werk kan uitvoeren (of er anderzins bepaalde gedragingen mee kan veronen die de baas vereist) voor een baas die zo zou commanderen. Of als men software zou kunnen schrijven met slechts die 4 commandos in de programeertaal en het zou functioneren.
Honk kan men reserveren voor het catalogiseren of voor het maken van categorieen. Bal voor het plaatsen van alle betekenissen die het al heeft zowel werkwoordelijk en als zelfstandig naamwoord en voor het positioneren zelf. Maar misschien word het allemaal wel gebalk of een spel. Vergissingen kan men nog altijd knuppelen.
De statistieken en mutatieregels hiervan zijn nog onderhevig aan
twijfels en vermoedens. De grap met het catalogiseren is dat elk weetje wel ergens honkt maar dat men voorkennis moet hebben van welke categorie want honk zelf is geen categorie. Honk betekend namelijk: vrijplaats (oftewel wijkplaats) en veronderstelt dus een leegte.
Het moet evident zijn dat de elementen van de cartons (rechthoek, vierkant of cirkel) in een driehoek geplaatst kunnen worden.
Het is ook duidelijk dat carton 1 de cartons 7 en 8 of 3 en 2 genereert, uit 6 volgt 2 en 3 of 5 en 4 en carton 9 bewerkstelligt 4 en 5 of 8 en 7 aangezien de kleur en lengte van de rechthoek dan overeenkomet .
Evenzo is carton 6 uiwisselbaar met elke andere blauw gat.
En de witte bollen met 7, 8 of 9
De gekleurde vierkanten zijn ook afbeeldingen voor de cartons 1 t/m 5. Afijn, zo kan het verder...
De bollen (6 t/m 9) zouden de fases kunnen voorstellen tussen de vierkanten (1 t/m 5) of andersom.
Of men kan slecht 1 regel dicteren nl: dat de bovenste rechthoek van de cartons inkleur op elkaar moeten aansluiten dit houd dus in dat 2 cartons altijd buiten de orde vallen.
Of men kan ze als legostenen beschouwen (dan blijft alleen carton 1 over, omdat alle anderen figuren wel een tegenpool hebben waar ze op passen) of om het helemaal bont te maken: ministeck.
Wat nu precies wat veroorzaakt en met welke kans moet nog nader bekeken worden.
save