Amerikaanse wetenschappers stellen voor om kleine datacenters in woonhuizen te plaatsen, zodat daar kan worden geprofiteerd van de warmte die ze produceren.
Veel computerwerk vindt tegenwoordig plaats in datacenters: plekken waar tienduizenden servers bij elkaar staan. Probleem is dat daarbij heel wat warmte vrijkomt, wat weer flink wat koeling noodzakelijk maakt. Wetenschappers van de Universiteit van Virginia en Microsoft besloten dat nadeel om te buigen naar een voordeel. Wat als je kasten met servers gebruikt om huizen te verwarmen?
Dat zou bijvoorbeeld kunnen in de vorm van zogenoemde Data Furnaces, leggen de zes verantwoordelijke informatici uit in dit artikel, onlangs gepresenteerd op een conferentie. Je zet dan in een woonhuis een kast met veertig tot vierhonderd processors, die via breedband aan het werk gehouden worden en die bovendien samen functioneren als verwarmingsketel.
Vier keer zo goedkoop
De wetenschappers zien in hun systeem drie manieren voor uitbaters van datacenters om kosten te besparen. Ten eerste hoef je minder conventionele, grote datacenters te bouwen, met alles wat daarbij hoort. Ten tweede kost het minder om de boel draaiende te houden. Zo is de koeling veel goedkoper als je de kasten met processors niet allemaal bij elkaar zet, maar ze verspreid over huizen waar hun warmte wordt afgevoerd als onderdeel van het verwarmingssysteem. En ten derde kun je aan de kasten met processors verdienen door ze als verwarmingsketels aan gezinnen te verhuren.
Extra kostenposten zijn er echter ook. Zo is elektriciteit vaak duurder in woongebieden dan in industriegebieden. Verder zou het kunnen dat hier en daar een betere breedbandverbinding moet worden aangelegd, en wordt onderhoud natuurlijk duurder als je datacenter versnipperd is over talloze woningen. Maar als je alle financiële voors en tegens bij elkaar neemt, zo wordt ons voorgerekend, ben je per server nog steeds meer dan vier keer zo goedkoop uit met Data Furnaces dan met conventionele datacenters.
Verder zijn er verschillende mogelijkheden om het Data Furnace-plan ten uitvoer te brengen. Zo kun je de servers alleen laten draaien als het huis daadwerkelijk verwarming nodig heeft – dus vooral in de winter. Dit zou vooral heel goedkope rekenkracht opleveren voor toepassingen zonder haast. Een andere optie is om de servers altijd te laten draaien en de hitte af te voeren naar buiten wanneer die niet nodig is om het betreffende gebouw te verwarmen.
‘Tamper-proof’ kasten
Natuurlijk zitten er nog wel een aantal haken en ogen aan het plan. Zo brengt het plaatsen van servers in woonhuizen veiligheidsproblemen met zich mee, die opgelost moeten worden door onder meer de kasten ‘tamper-proof’ te maken en de data te versleutelen. Verder moet een Data Furnace in de gaten houden hoeveel energie er in de rest van het huis wordt gebruikt en zijn eigen verbruik daaraan aanpassen, zodat de totale capaciteit niet wordt overschreden.
Het zal, kortom, niet een kwestie zijn van simpelweg kasten met processors uit hun datacenters te halen om ze als verwarmingsketels te verkopen; er zal eerst zowel aan de hardware- als de softwarekant moeten worden geknutseld. Maar het idee intrigeert genoeg om het verder uitgewerkt te willen zien.
Bronnen: Usenix Workshop on Hot Topics in Cloud Computing (PDF), New York Times
Beeld: Gregory Maxwell/GFDL 1.2