dinsdag 6 juli 2004

morfologie van een honk/bal/knuppel

Bij honk/bal/knuppel speelt een taalspel of zou ik moeten zeggen taalbalspel, balspeltaal of baltaalspel?
In navolging van de voorafgaande posting over dit onderwerp zou men kunnen beweren dat nummerbordplaten ook een manier hebben om honk/bal/knuppel te configuren
Op de website autonummerborden
vind men de volgende gegevens:
(LL staat voor letters en CC voor cijfers)
LL-CC-CC--:1951-78
CC-CC-LL--:1965-83
CC-LL-CC--:1973-88
LL-CC-LL--:1978-91
LL-LL-CC--:1991-99
CC-LL-LL--:1999-nu
H--B--K
De analogie is niet moeilijk te zien, en
afkorting BKH betekent bijzonder kenteken handelaren.
dan zou honk een parkeerplaats kunnen zijn en een stuurknuppel dus knuppel, maar wat vormt bal? Wat de auto gekost heeft? De planeet waar overheen gereden wordt? Autoschroot? Dan toch LL of CC? De eerste letters van je naam en het aantal uren dat je werkt telt dat ook?

Maar het voor de hand liggende moeten we niet uit het oog verliezen en dat is het idee dat het delen van een geheel
vormen en het geheel deel van zichzelf is.
Ieder product is een samenstelling van een boel andere producten (bv. auto).
Er bestaat een logica die analyseert hoe delen en het geheel zich tot elkaar verhouden: mereology (encyclopedia, wikipedia, stanford uni., prolog data file, PPT power point presentation, PDF file)
Mereologie is geconstrueerd om de paradox van Russel op te lossen (dwz. de kapper scheert ieder in het dorp die niet zichzelf scheert; welnu, scheert de kapper zichzelf?)
Het kent 2 definities, 3 axiomas en 4 theoremas:
def 1. A sluit B uit als er geen item C bestaat dat deel uitmaakt van A en tevens deel is van B.
def 2. S heeft de opsomming van A als voor iedere C geldt dat het uitgesloten is van A d.e.s.d. als voor elke B dat lid is van S geldt dat C er geen deel van is.
AX 1. Items die deel uitmaken van elkaar zijn identiek.
AX 2. Voor elke A en elke B geldt dat A deel is van B d.e.s.d. als voor elke C geldt dat als het uitgesloten is van A het dan ook uitgesloten van B is.
AX 3. Indien er een A bestaat dat lid is van een niet lege verzameling van items genaamd S, dan bestaat er ook
een B dat de opsomming van die verzameling is.
Th 1. Ieder item is deel van zichzelf.
Th 2. Voor elke A en voor elke B en voor elke C geldt: als A deel uitmaakt van B en B deel uitmaakt van C dan maakt A deel uit van C (de deel relatie is transitief)
Th 3. Voor elke A en voor elke B en voor elke C geldt:
Als C deel uitmaakt van A alleen wanner het ook deel uitmaakt van B dan is A identiek met B.
Th 4. Voor elke A en voor elke B bestaat er een C die de opsomming is van A en B.
(bron: encyclopedia brittannica)
Als men kijkt hoe zo'n concept zou kunnen werken met honk/bal/knuppel:

A:
Er geen bal honkt en
Honkbalknuppel is deel van bedrijfskantoor maar bedrijfskantoor geen deel van honkbalstadion (of honkbalknuppel geen deel van honkbalstadion?)

B:
Er honkt 1 knuppel en
Honk is deel van honkbalknuppel en honkbalknuppel is deel van kantoor dan toch hoeft honk geen deel te zijn van kantoor (niet-transitiviteit van het functionele deel)

C:
Er knuppelt geen bal en
Een slagman speelt geen honkbal zonder een honkbalknuppel

De honkbalknuppel werkt dus zowel
matrieel (A:honkbalspel), als compositie (B:taalspel) of conceptuele inclusie (C:slagman)
En wat als honk een lege verzamling is?

Het verschil met de I ching is dat de I ching het principe van uitsluiten (zoals def 1. en def 2. en AX 2.) niet heeft geincorporeerd, (behalve misschien dan dat sommige mogelijkheden die men volgens het binonium mag verwachten niet verwezenlijkt kunnen worden, zie posting en denk ook aan de theoreties mogelijke maar ontbrekende gezinsverbanden in de hexagrammen) aangezien elke lijn, bigram, trigram en hexagram in een ander te wijzigen is (deel hebbend heeft). Als men zonder procedure werkt dat ziet men als vanzelf dat men elk deel van het hexagram uitwisselbaar is in een ander deel van een ander hexagram. Met een procedure verkrijgt men bv. een yin lijn op de eerste positie en een yang lijn op de zesde positie dan zijn het verschillende lijnen maar toch hetzelfde hexagram, mocht de zesde lijn toch op een ander hexagram zitten dan evenwel kan het (via een bigram - de tweede lijn is yang en de vijfde lijn is yin- of lijnwaarde -6 of 9) toch dezelfde lijn zijn, mocht dit het geval zijn dan kan het alleen dezelfde trigram zijn als de overgebleven lijn de juiste waarde heeft (6 of 9) -indien dit alles niet het geval is dan heeft men twee verschillende trigrammen- en zo kan men verder redeneren tot het hele hexagram is afgewerkt.
De paradox is dat als het niks uitsluit, waarom sluit het dan uitsluiten uit?
Een concept dat honkbalknuppel en I Ching wel gemeenschappelijk hebben is het idee dat iedere indeling foutief is.

Men kan nog altijd doen alsof I ching bal is en honk is dan mereologie en ze het samen laten uitknuppelen.