De oorlog in Libië heeft de hele Sahara gedestabiliseerd. Dat zegt de Malinese president Amadou Touré in een gesprek met NRC Handelsblad. De proliferatie van wapens uit Libië en de terugkeer van Toeareg-huurlingen die in het leger van de omgekomen Libische leider Gaddafi meevochten, zijn een bedreiging voor zeven landen.
Touré zegt in NRC blij te zijn met de revolutie tegen Gaddafi, maar wijst ook op de schaduwkanten van de volksopstand in Libië
“Wij zijn allemaal blij dat er een democratische opstand is gekomen. Maar toch, er zijn gevolgen die we collateral damage kunnen noemen. En die zijn voelbaar in de hele Saharastrook die zich uitstrekt van Mauretanië tot Darfur, over 8 miljoen vierkante kilometer.”
Duizenden Toeareg-huurlingen vochten aan de zijde van Gaddafi. Na zijn dood zijn die gevlucht en hebben hun wapens meegenomen naar de buurlanden, vooral naar Mali. Touré: „Ze zijn goed bewapend en goed georganiseerd. De krachtsverhoudingen zijn veranderd. Er is in Mali nu in feite een rebellie.”
Het gaat om een ontzettend groot en dunbevolkt gebied met zeven landen: Mali, Burkina Faso, Niger, Algerije, Tsjaad, Libie en Soedan. Dit wetteloze woestijngebied is ten prooi gevallen aan bandieten, drugs- en mensensmokkelaars en islamitische extremisten. Touré:
“Sinds het begin van de revolutie in Libië is een enorm verkeer van wapens en bandieten op gang gekomen. De Sahara is veranderd in de grootste wapenwinkel ter wereld, die ook altijd open is en het goedkoopst van allemaal.”
Deze dreigingen waren er al langer, maar zijn volgens Touré nu veel groter geworden. „Dit leidt tot allerlei problemen, zoals agressie tegen toeristen, die overvallen worden en soms ontvoerd.” Vorige week werden in de Malinese stad Timboektoe drie westerse toeristen ontvoerd, onder wie een Nederlander.