zondag 3 juli 2016

Lijfelijkheid

Het is niet zozeer dat de geest zich vastklampt aan je lijf maar je lichamelijkheid zich vastklampt aan je geest. Men merkt dit vooral in tijden van lichamelijke crisis en ziekte, je geest moet plots een doel hebben. In geperverteerde, doelloze omgevingen is het voor de geest nauwelijks mogelijk om zinvol te zijn, foute cafe's zijn hiervan een goed voorbeeld vandaar de kater achteraf een ander bewijs is dat iedere vent ongeacht zijn leeftijd altijd een 20 jarige meid wil. Geesten die van de lijfelijkheid te ver zijn afgedwaald maken het je lichaam te zwaar. Geesten mogen afdwalen naar andere plaatsen waar je lijfelijk niet aanwezig bent maar niet verdwijnen zoals gebeurt in openbare zwembaden (wat ook mede verklaring is dat de middeleeuwers geen openbare baden hadden).
In het stervensuur zijn de meeste geesten dan ook te ver weg, verbrijzeld of anders ziek dankzij de maatschappij vandaar de wartaal.
In deze notie is seks het vermoorden van de ziel, en aangezien de hele maatschappij om seks lijkt te draaien staat de brug tussen geest en lichaam constant onder grote druk.
De maatschappij feest deze moorden, en vele zijn in die hedonistische valkuil gestapt dankzij hun uiterlijk.
De moderne leugen is dat seks de lijfelijkheid tussen twee lichamen is, maar iedere hoer en verkrachter weet dat dat niet waar is omdat het iets meer is, seks op zich is geen doel net zomin als porno een clou heeft.
Deze grondhouding heeft economische implicaties aangezien (geestelijk) gespecialiseerd werk ook meteen de natuurverhouding van lijfelijkheid verstoord, dan is het ook verbazend dat dit christelijk-cartesiaans concept zo productief is geweest de laatste 400 jaar, wellicht dankzij de ontdekking van Antonie van Leeuwenhoek en de daarop volgende medische ontwikkelingen.