vrijdag 5 mei 2017

homo deus

https://www.nrc.nl/nieuws/2016/09/22/dames-en-heren-wij-allen-leven-in-illusies-4388900-a1522948 Wij denken nu dat onze huidige humanistische ideeën over de grote waarde van het individu en diens gevoelens eeuwigheidswaarde hebben. Of zelfs: de waarheid zijn. Maar, zo schrijft Harari, het humanisme bestaat pas driehonderd jaar. Mensbeeld en wereldordening van het Oude Egypte hebben duizenden jaren bestaan. Maar wie maakt zich nu nog druk over een farao?

Onze waarden en overtuigingen omtrent de werkelijkheid zijn diep verankerd, maar het zijn net zo goed illusies die gemakkelijk kunnen verdwijnen omdat ze alleen in gedachten bestaan. We nemen ze serieus omdat andere mensen hetzelfde denken. We vinden dat de Verenigde Staten echt bestaan, maar dat is alleen omdat héél veel andere mensen dat ook geloven. Zoals ook geld alleen waarde heeft omdat anderen het eveneens waardevol vinden. Het papier zelf is niks waard. Het zelfuitgeroepen ‘koninkrijk Calsahara’, ergens in de Californische woestijn, wordt door niemand serieus genomen, want er is ook niemand anders die dat koninkrijk serieus neemt.

Wat is dan nog waarachtig in ons leven? Natuurlijk bestaat bij Harari ook de reële, materiële werkelijkheid van stenen en lantaarnpalen, en ook een innerlijke belevingswereld van reacties en gevoelens. In die twee werelden leven ook dieren als wolven en chimpansees. Ook zij hebben innerlijke ervaringen: verlangens, angst, vreugde. En ook zij kennen de objectieve werkelijkheid van een rivier, een boom, een landschap. Maar wij mensen leven vooral in die derde wereld, die de dieren niet kennen, die voor ons alles filtert en overheerst: de intersubjectieve, gemeenschappelijke verbeelding, vol zaken als geld, nationale staten, Apple en NRC Handelsblad. Zonder andere ‘gelovigen’ zouden die niet bestaan.

Harari geeft een handige vuistregel: als iets zelf pijn kan voelen is het echt. Een bankdirecteur is echt, een bank bestaat alleen in onze gemeenschappelijke gedachten. Ons moderne leven, met zijn trends, idealen, opvattingen en mega-instituties, bestaat dus vooral uit gedeelde ideeën. Bruikbare en gemeenschappelijke illusies, die het patroon bepalen van een groot deel van ons leven.
...
Dat we in illusies leven is een boodschap die waarschijnlijk niet vaak genoeg herhaald kan worden. Wie meegaat in Harari’s knappe deconstructie van het moderne denken en leven, voelt een merkwaardig heilzame zuivering van gedachten en gevoel. Als de rokken van een ui pelt Harari in zijn boek de culturele schillen van de geest af. Even is niets vanzelfsprekend meer.

Een onderliggende vraag is wel: vertegenwoordigt onze huidige humanistische cultuur dan echt niet het diepste wezen van de mensheid? Zo algemeen gesteld moet het antwoord – vrees ik – zijn: natuurlijk niet. Een ander antwoord zou te arrogant zijn, en zelfs kolonialistisch. Humanisme is echt niet de enige manier waarop mensen gelukkig kunnen worden of zichzelf kunnen ontwikkelen. En ook het humanisme, de motor achter ons moderne wereldbeeld, is eindig.

De homo deus, de godmens, uit Harari’s titel, vormt een van de belangrijkste gevaren, en daarmee komen we op de tweede boodschap van Harari’s boek. Voortgedreven door humanistische idealen zullen genetica, biotechnologie en informatica onherroepelijk aan de mens gaan knutselen. Op de een of andere manier zal er dan een supermens ontstaan: een sterke, extreem lang levende, hyperintelligente godmens dus, al dan niet met een directe uplink naar een krachtige computer. Dat zal een scheiding in supermensen en gewone mensen creëren; de principiële gelijkheid die aan de basis van het humanisme staat, zal verlaten moeten worden. Mensenrechten zullen worden aangepast.

Maar er is meer. Omdat de komst van die supermens nog verre van zeker is, ligt het grotere gevaar waarschijnlijk in de snelle ontwikkelingen in informatica die zullen leiden tot wat Harari noemt ‘dataïsme’. Daarin wordt ieder individu ontleed in al zijn losse onderdelen, van koopgedrag tot ziektegeschiedenis, met grote voorspellende kracht. Het systeem is nu al betrekkelijk zichtbaar in advertentiemachines op internet.
en daarmee het grote gebrek van het humanisme en de waarde van het (ver)innerlijk leven aantoont.
Zoals God ooit werd ontmaskerd als een product van menselijke verbeelding, zo zal ook de menselijke verbeelding worden ontmaskerd als het product van biochemische processen en berekeningen, voorspelt Harari.
...
Het rijke innerlijk bestaan van de mens, ooit de basis van het humanisme, wordt steeds verder ontmanteld. Een mens zal steeds vaker worden gezien als een samenspel van biochemie en neurologische algoritmes, niet meer als een bewust individu met eigen opvattingen. Niet voor niets doet modern overheidsbeleid graag aan nudging: onbewuste beïnvloeding van gedrag. Dat werkt veel beter dan overtuigingskracht en voorlichting. Die techniek zal steeds verfijnder worden.



Posthumanisme - Wikipedia:

Transhumanisme - Wikipedia:

'via Blog this'

Enige kanttekeningen na het lezen van het boek van Harari.
Het is duidelijk dat iemand bijvoorbeeld weinig heeft aan sexuele gevoelens als diegene te lelijk is, zodanig dat deze gevoelens door niemand zal worden opgeraapt en met afschuw bekeken, en dus ook voor die persoon eerder een kweling dan een zegen zijn omdat iedereen dezelfde illusie over schoonheid volgt. En daarmee het grote gebrek van het humanisme en de overschatte waarde van het (ver)innerlijk leven aantoont, zelfs na alle opofferingen die van gevoel, intelligentie en individualisme blijk moesten geven.

In het transhumanisme mogen de biochemie en algrotimes erachter dan wel bestaan maar het zijn geestelijk ongekalibreerde functies, afgezien van de lichamelijke gezondheid. En aaangezien nog steeds ieder mens opgroeit van asexueel naar sexueel wezen gedurende de puberteit is en blijft het mogelijk dat de biochemie en de algoritmes uit balans zijn en blijven. En zelfs schoolse kennis/scholastieke houding kan hieraan niets veranderen. En zodanig zelfs noodzakelijk omdat andere mensen het geestelijk ook zijn.
In het postliberalisme kan men een A.I. banen laten uitvinden waar mensen beter in zijn dan een A.I.
Het grootste deel van de posthumansitische mensheid zal zich waarschijnlijk in een eeuwigdurende toestand van orgasme bevinden, zoals de meerderheid van de mensheid ook altijd het platvloers genot heeft najaagd door sex, geld en macht. En aangezien sex en geld altijd macht bleken zal de verheffing via transhumanisme net zo een teleurstelling worden als de mediums die de verheffing verkochten zoals radio, tv en internet, al naar gelang de economische groeicijfers zijn. En de toestand voor minder kapitaalkrachtigen is misschien een eeuwigdurende slaap.

En met de sub-soorten waarin de mensheid uiteen dreigt te vallen in het post-humanisme komen waarschijnlijk uit noodzaak ook weer oorlog, ziekte en honger ten tonele. En begint het kalibreren weer van voor af aan.
Dit alles is geschreven zonder een transcraniële helm op mijn hoofd.




Volgens het credo: dat als je niet meedoet met dataflow tel je niet mee, terwijl mijn data net zoveel waard is als elk ander stukje data en zelfs als die data van een superslim algoritme is, geeft het manco van het dataisme al aan. Net zoals in de liberale maatschappij alle individuen gelijk zijn aan elkaar maar sommigen individuen dus meer gelijk dan anderen, waarbij de rijken het belang van de armen leren negeren en de armen leren hun eigen belang te negeren. Het IoT in dataisme maakt dingen meer gelijk aan elkaar maar menselijke ervaringen zijn geen dingen en dingen hebben geen karakter.
Uiteindelijk zal het hele slimme algoritme ontdekken dat resistentialisme ook waar moet zijn omdat de dingen ons op een hele sluwe manier ergeren en benadelen, iedereen is bekend met de printer die pas weigert bij dringende en belangrijke documenten, en dan moet het een keuze maken. Het bedrijf dat dan denkt dat het goedkoper is om de mens aan te passen ipv. bv. de printer zie ik niet zo gauw gebeuren.