maandag 15 juni 2009

mensbeeld

Een mensbeeld die weer actueel is, maar stamt uit 1938: homo ludens van Huizinga
Lees eens over de kwajongensstreken (puerilisme) van de nazis, en je ziet het vals pel van Wilders.
Andere mensbeelden zijn: de home faber en de homo economicus. Deze hangen weer samen met iemands wereldbeeld. Uiteraard kan men als zodanig bijvoorbeeld ook het calvinistisch mensbeeld of wetenschappelijk mensbeeld en zelfs een verouderd mensbeeld gaan benoemen. Homo ludricus (mens als lastdier) lijkt me ook een geslaagde.
Een visie waarin de mens bangelijk en zielig door de wereld struint getuigd niet van een heroisch mensbeeld. En een visie die de mens reduceert tot een apparaat dat gevoed moet worden met geld, sex en macht lijkt verdacht veel op een reductionistisch mensbeeld, en waar behaviourisme zich vast wel in thuis voelt.
Een mensbeeld waarin mensen elkaar groeten zonder dat het groeten verdacht wordt, leek mij altijd het socialistisch mensbeeld te zijn, totdat de werkelijkheid dit tegensprak.
De heilstaat kan ook niet voorkomen dat het elkaar groeten tot een verdenking wordt.
En de fascistische groet is niet de oplossing vor deze kwelling.
Mensen groeten elkaar zo vaak zonder stil te staan waarom ze het doen. Het gedachten experiment waarbij mensen elkaar alleen maar groeten zonder meer, dus zonder enige nadere uitwisseling over hun mens/wereldbeeld lijkt de volkomen abstractie te zijn van hun mogelijk expressie.
Als iemand vier weken alleen maar hallo tegen je zou zeggen en meer niet, dan is er iets vreemds aan de hand.
Waarom begint iemand hallo te zeggen en even zo belangrijk waarom houdt men er mee op?
Waarom houdt men er mee op als er slechts alleen maar hallo gezegd wordt?
De inhoud van de groet is dus groter dan de vorm van de groet zelf, toch kan die inhoud nietszeggend blijven. De zeggingskracht van de groet echter kan zelfs een leugen blijken te zijn.
Het is duidelijk dat duistere onbegrepen krachten hier werkzaam zijn, die de druk van het blijvend groeten vormen. Men kan denken aan onbekendheid en eenzaamheid, onverschilligheid, misplaatste arrogantie en verlegenheid, fatsoen, sympathie, vertrouwen, een grap, onbenulligheid of verveling en geklier, en zelfs valsheid in de pretenties en wreedheid, en als laatste komt weer de onwetendheid. Hierover kan men een heel myriaden van verdenkingen hebben tov. degene die groet, maar in wezen vult men dan zelf een leegte die niet gevuld kan worden omdat men het niet weet zonder het te vragen. Met alleen de groet weet men niet zijn plaats. De vonk van alleen de groet doet niets ontbranden.
De vraag aan de begroeter stellen: "waarom groet jij?" is absurd omdat men dan al niet meer groet, maar zich voorbij de groet zelf begeeft, en kan niet zonder verdenking gesteld worden.
Het is zo absurd als 'hello world', omdat de echte wereld in elke programmeertaal zwijgt.
Het groetenverloop in zijn chronologie lijkt op een opkomst, glorie and ondergang, zonder dat duidelijk wordt welk fenomeen zo groeit omdat met het groeten zelf niks gebeurt. En de ogen van de groet blijven als een gok met dobbelstenen.
Waarom is die ene (eerste) hallo het begin van een communicatie en noopt het andere (eerste) hallo tot doorlopen of zitten blijven? Men kan denken aan lichaamshouding en gekleurdheid, maar in een hele reeks van enkel begroetingen tussen dezelfde begroeters heeft die spanning elke keer hetzelfde resultaat als een emoticon: is het echt? En het antwoord daarop is meestal een nieuwe emoticon en onduidelijker dan de ontbrekende ondertitels. Blijft men dus groeten omdat men toevallig het antwoord heel vaak wel eens goed heeft? Het is dan dus meer dan alleen maar een fantasie! Dat is dus ook de pech.
Conclusie: indien men de begroeter blijft groeten voor onbepaalde tijd (en meer niet) veroorzaakt het zelfs in het minst degelijkste geval een vals gevoel van deugdelijkheid.
Het beantwoorden van een mensbeeld met alleen maar een groet is op zijn zachtst gezegd onheus.
Men kan echter wel alleen maar groeten.
Hoe vreemd moeten de eerste mensen zich hebben gevoeld in de prehistorie bij de allereerste uitgesproken groet ooit, toen ze voor het eerst een groet hoorde naast een mens die voor het eerst de groet uitsprak.
Wat zegt dit over de mens?