zondag 21 juni 2009

homo ludricus

Het idee dat de mens niet meer dan een lastdier is betekent dat de mens door de dingen altijd genoopt word om ze te dragen van hot naar her. Al zijn het alleen maar zijn kleren, of zonder dat: zijn geestelijke bagage.
Dit betekent ook dat ieder mens voor een ander slechts een lastdier is, men is alleen maar bruikbaar dankzij een ander. Hierbij kan men denken aan het gesleep op het werk, kofferbak, boodschappen, (reis)rugzak etc.
De reden dat men altijd een last draagt dient een hoger doel dat door de dingen zelf wordt nagestreefd. De mens draagt zelf de nippel naar het moertje, het moertje met nippel naar het draaigat, alles in dienst van het construct.
We krioelen als mieren door elkaar om alles op zijn plaats te krijgen. Er komt nooit een eind aan omdat er nooit voldoende geld op de juiste plaats beland.
Indien alles op zijn plaats zou liggen was het construct af en de mens overbodig.
Dit geld ook voor sex want komen is altijd ergens anders dan de plek waar je je bevindt. Komen is daar is het credo. Daar waar men niet komen kan ligt de event horizon in het landschap van het bereikbare. Sex was een manier om ons genetisch materiaal te verplaatsen maar dient nu slechts nog om liefde te verplaatsen.
De macht van het naamloze ding mag men niet onderschatten.
De vraag is nu natuurlijk of de letters van deze posting, doordat ik de toetsen verplaatste, wel op de goeie plaats staan en of men zich daardoor benadeeld moet menen, zo vervalt men al gauw in ressentiment tov. het resistentialisme.