dinsdag 19 januari 2010

prolegomena over de sexuele ongelijkheid


Waarom denkt bij sexuele ongelijkheid ieder aan de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, terwijl de eigenlijke ongelijkheid zitten moet tussen mooi en lelijk.
Want heeft het zin om iemand sexueel voor te lichten die lelijk genoeg is om als een hond van iedere kandidaat af te trappen? Blijkbaar niet. En de laatste blijven zal ook de laatste zijn.
Vooral met de ruk van de laatste decennia naar plastieke schoonheid, is het tij wel gekeerd en het fundament wel gelegd.
De hele feminisering bereikt nu wel zijn anti-climax, met pretentieuze onafhankelijke stoeipoezen die altijd alles (gedaan) krijgen op de verkeerde merites, en zichzelf feministen noemen. En doen alsof ze sexueel gelijk zijn of dat sexuele gelijkheid mogelijk is, waarmee ze het probleem alleen maar verergerd hebben.

Het is duidelijk dat de assen zijn verschoven is in vgl. met de jaren 60 en 70.
Ik mag dan bijziend zijn maar de werkelijke slachtoffers blijven de lelijkerds.
Daar kan men natuurlijk zelf wat aan doen, maar met wie?
Hoeren leren je de verkeerde les! En de al dan niet gefantaseerde blauwtjes helpen de zaak ook niet. Een eindeloze kringloop is dan het antwoord waarmee je wachten mag, terwijl een ander de een na de andere partner versiert.
Och ja, dat heet tegenwoordig jalouzie!
En het ideaal van een groeps-orgie zonder discriminatie is dan ook zo achterhaald en niet meer van deze tijd.
Sexuele ongelijkheid zoals ik het bedoel is dan ook te darwiniaans om te slechten?
Maar de muren tussen man en vrouw kan wel gesloopt worden? Terwijl dat toch ook zijn wortels in darwin heeft.
En zo wordt het probleem op filosofisch nivo ook doorgeschoven van sociaal-darwinisme naar humanistisch hedonisme.
En behoudt zijn status quo door de oneindige domheid van de mens.
Het lukt met ongewoon vertrouwen, maar wie vertrouwd ongewoon?
En wie gelooft een eeuwige belofte van genot zonder een afspraak?
En wie krijgt de bout op zijn kop?
Hoe sla je een brug tussen mooi en lelijk als de interesse in die kwaliteiten al is bezeken, terwijl je aan het uiterlijk niet echt iets hebt.
En met de sexuale geaardheid ook in de beschouwing nemende is de interesse al helemaal bezeken, want de sociale bewogenheid lijkt daar niets aan te hebben omdat die het verkeerd aanvult.
Dus om het vertrouwen te helen moet het eerst kapot zijn bv. door een stapel verkeerde beslissingen over iemand in het voordeel van mooi.
Het praktische verschil is al dat een schoonheid het zich kan permitteren om degene die haar een schuldgevoel bezorgt weg te smijten samen met het schuldgevoel, ze heeft immers aanbidders genoeg. Terwijl de lelijkheid met die strategie verlaten blijft en alleen achterblijft.
En net zolang je interesse in iets bezeken, tot je niet meer zonder die ene wil. Of dat je in niets bent geintresseerd is bezeken, tot je iets doet. Of dat het hoe met die ene wordt bezeken of de ene met het hoe bezeken wordt.
Op dezelfde wijze als dat je interesse in je partner op het werk word bezeken, omdat je alleen in werk moet zijn geintresseerd of je een vriendin niet waard vinden. Liefde op de werkvloer wordt meestal niet gewaardeerd maar is een voorwerp van spot.
Een ethiek gebaseerd op esthetiek kan alleen maar afschuwelijke fouten bevatten.
De grote humor in grote schoonheid is het lelijkste idee.
Te vaak bleek het ongerijmd en ironie. In de vulgaire taal: op de pik getrapt worden.
En de liefde van lelijk noemen ze weerzin. En weten daarbij het geduld kapot staan te slaan.
Het dom heeft dan plots een naam al wetende dat ook hun gevoel niks vreemds is.
Alleen al de notie dat schoonheid zoveel meer mogelijkheden heeft dan uitsluitend een platonische verstandhouding. Zoveel platonische verstandhoudingen minder!
En van het vleselijke idee, idee of vleselijk moest blijven, en wat overblijft niet meer is dan een slecht spel der verbeelding.
Het verschil in interesse tussen schoonheid en lelijk is als het verschil tussen de rode en de blauwe pil. Welke pil had wie en wat zie je dat ook met die pil?
Sexuele macht vergaren en dan de chantage en pijn liegen.
En de schuld van de eeuwigdurende spijt is het maatschappelijk bedrog.
Die ene schoonheid tegemoet komen die niet zoveel gaf om fysieke aantrekkelijkheid is het andere eind van de weegschaal.
Maar verloochend schoonheid dan het eigenste gevoel of de mainzelmanchen waarmee het je zit te kloten. En wat maakt de liefde laf terwijl alle liedjes over liefde gaan?
Velen doen schoonheid al gratis.
De belofte van eeuwig genot gaat dan ook niet voor iedereen op.