Een geliefde samenzweringstheorie is dat de hele wereld wordt gecontroleerd door een steenrijke elite, of, meer recent, door de enorme multinationals die werkelijk alles lijken te bezitten. Deze samenzweringstheorie blijkt een stevige kern van waarheid te bezitten, toont onderzoek van een team van de ETH in het Zwitserse Zürich aan. Hoeveel macht heeft het individu nog over zijn eigen leven?
Uit onderzoek blijkt dat veertig procent van alle zakelijke bezit wordt gecontroleerd door slechts 147 bedrijven.
Klein aantal bedrijven controleert de wereld
Met data afkomstig van de Orbis database (een globale database met financiële informatie over private en staatsbedrijven) analyseerde het team voor het eerst in de geschiedenis data van meer dan 43 000 bedrijven. De onderzoekers ontdekten dat de data, wanneer grafisch weergegeven, de vorm heeft van een vlinderdas, met in het hart 147 bedrijven die bijna veertig procent van de waarde van alle multinationals vertegenwoordigen.
Vier trappen diep
In deze analyse werd er vooral gelet op de eigendomsverhoudingen. De onderzoekers bekeken welke bedrijven aandelen bezaten van welke andere bedrijven of een controlerend belang hierin hadden. Hierin wordt ook gelet op ‘kleindochterbedrijven’ enzovoort tot vier niveaus diep. Bij het analyseren van de gegevens en het bouwen van de netwerkmap probeerde de auteurs van het rapport de structuur en controlemechanismes bloot te leggen van de schimmige structuur van eigendom en finance bij multinationals. Waarschijnlijk bestaat er nog veel meer verstrengeling. Bij een ingewikkelde trustconstructie zijn vaak al vijf trappen betrokken: operationele BV, holding-BV, offshore holding BV in bijvoorbeeld Cyprus, vaak nog een extra holding BV in bijvoorbeeld de UAE of Panama die dan weer eigendom is van een trust of foundation. Zaak de netwerkende Bilderbergertjes, waaronder koningin Beatrix, grootaandeelhoudster van Koninklijke Shell, dus goed in de gaten te houden.
Wurggreep van grote bedrijven
Om de belangrijkste controlerende corporaties op te sporen, begon het team met een lijst uit Orbis van 43 060 transnationale bedrijven die uit een sample met dertig miljoen ‘economische actoren’, variërend van stichtingen en eenmanszaakjes tot overheidsinstellingen en NV’s, getrokken waren. Ze pasten daarna een recursief (zichzelf herhalend) algoritme toe om alle eigendomsverhoudingen op te sporen. Het resulterende transnationale bedrijven-netwerk produceerde een graaf (knooppunten met lijnen er tussen) bestaande uit 600 508 knooppunten en 1 006 987 verbindingslijnen die eigendomsverhoudingen voorstelden. Uit diverse analyses bleek dat een zeer klein groepje zeer grote bedrijven door controlerende belangen in andere bedrijven (via aandelen of obligaties, bijvoorbeeld), een enorme invloed uitoefenen over de beslissingen van deze ‘onderhorige’ bedrijven – en hiermee ook op de rest van ons.
‘Vrije markt is een illusie’
De auteurs stellen dan ook de vraag wat de gevolge zijn als zo weinig mensen zo veel invloed hebben en wat misschien nog wel belangrijker is, economisch gezien, wat de implicaties zijn van deze structuur op de vrije concurrentie. Voor mij beantwoordt deze studie in ieder geval heel wat vragen. Dit verklaart bijvoorbeeld waarom er op het eerste gezicht zo absurde keuzes worden gemaakt bij innovatie en productontwikkeling en bijvoorbeeld alternatieven voor aardolie nauwelijks doorbreken, terwijl de technische mogelijkheden er hier voor zijn. Zouden we hieraan kunnen ontsnappen? Bijvoorbeeld door alleen van kleinschalige bedrijven te kopen en met contant geld te betalen?
Bronnen:
Stefania Vitali, James B. Glattfelder, Stefano Battiston, The network of global corporate control, arXiv:1107.5728v1 (2011)
Physorg