In plaats van de werkelijke problemen aan te pakken en harde, noodzakelijke keuzes te maken, hebben de politici op de eurotop einde oktober 2011 de komende ineenstorting van de eurozone nog waarschijnlijker gemaakt.
De problemen in de eurozone in het kort
De volgende problemen moeten dringend opgelost worden.
- De Grieken leven ver boven hun stand.
Het land houdt er bijna een miljoen ambtenaren op na, op vijf miljoen werkenden. Volgens sommigen werkt zelfs bijna een op de vier Grieken voor de overheid[1]. Ter vergelijking: in Nederland is dat rond de twaalf procent. Ook is het land zwaar corrupt, betalen maar weinig mensen belasting en komen politici beloftes niet na. Bij de meeste Grieken is er nog steeds niet de minste bereidheid hier wat aan te doen. Het voorspelbare gevolg: hoge schulden en een bijna onbestuurbaar land.
- Ook Italië en België kennen een corrupte bestuursmentaliteit en een torenhoge staatsschuld. Dit geldt ook voor Frankrijk, zij het in mindere mate.
- In Spanje en Portugal heeft de economische recessie hard toegeslagen, al doen de Spaanse en Portugese overheid hun best met hun beperkte middelen dit probleem op te lossen en gaan ze op een eerlijke, transparante manier te werk.
- De centralistische bestuursvorm in zuidelijke landen maakt een grote, machtige overheid. Een overweldigende bureaucratie maakt ondernemen een ramp, waardoor het bedrijfsleven op achterstand wordt gezet en goedkope Duitse en Nederlandse producten weinig heel laten van lokale producenten.
- De nekslag geeft het enorme geografische voordeel van Nederland en Duitsland. De vele waterwegen met een dichte bevolking in de Noord-Europese laagvlakte maakt vervoer goedkoop en zo een complexe, efficiënte zakelijke infrastructuur mogelijk. Daardoor is er een grote natuurlijke thuismarkt en kunnen bedrijven veel efficiënter werken dan in de door bergen en aride gebieden gekenmerkte mediterrane landen.
Oplossing maar schijn
De Europese leiders zijn nu overeengekomen zich voor 1000 miljard garant te stellen voor staatsobligaties en de Griekse schulden voor 50 % af te waarderen. Dit in ruil voor boterzachte garanties van Griekenland en andere eurozondaars zoals Italië.
Het schuldenakkoord dat nu gesloten is verkleint de problemen niet, integendeel. De Grieken kunnen nog steeds doorgaan zich verder in de schulden te werken en zullen dat ook doen. Ze kunnen de rest van de Eurolanden chanteren en zo dwingen bij te dragen met extra leningen die nooit terugbetaald worden, tot de onvermijdelijke ineenstorting. Waarin ze de nog wel gezonde EU-landen mee zullen slepen. Want reken er maar niet op dat bijvoorbeeld de Duitse economie een klap van 300 miljard, of de Nederlandse van 75 miljard, overleven als bijvoorbeeld Italië in gebreke blijft. Dit zou de staatsschuld 50% hoger maken en de rentebetalingen verpletterend hoog.
Wat had wel gewerkt?
De beste bailout-oplossing was geweest alle uitstaande Griekse leningen om te zetten in drachmes en de drachme weer in te voeren. De Griekse overheid had dan snel van de schulden af kunnen komen door de drachme flink te devalueren. Zielig voor de banken en pensioenfondsen, maar hadden ze maar de verplichte financiële bijsluiter moeten lezen. Ook zullen ze door deze gevoelige les de volgende keer voorzichtiger zijn met geld uitlenen aan Griekenland.
Er zouden dus in feite twee euro’s moeten komen: één voor het Germaanse deel en een voor het Romaanse deel van Europa. De door anderen al genoemde neuro en zeuro. Idealiter zou dan Vlaanderen tot de neuro moeten toetreden en Wallonië tot de zeuro. Griekenland is zo corrupt dat het land in geen enkele muntunie thuishoort, hooguit met Albanië (hoewel de Albanezen hier terecht weinig voor zullen voelen).
Bronnen
1. Lessons for the U.S. in Greece’s national meltdown, National Review Online (2010)
2. Banken schelden helft Griekse schuld kwijt – rtl.nl (2011)
Het is duidelijk dat de machtsverhoudingen in europa niet leiden tot eenwording maar dat uniformering van europa geen oplossing is voor de schuld-staten.