donderdag 1 augustus 2013

Woonplaats in deus-ex-machina

Van alle mensen die ik in mijn leven ontmoet hebt, is er een aantal dat ik nooit had kunnen ontlopen. Ze waren zodanig van aard dat hun ontmoeting al gepredestineerd was ongeacht mijn plaats- en tijdsbepaling, onontkoombaar. Ik had ze eerder of later toch moeten ontmoeten in die plaats maar op een andere tijd, of in deze tijd maar op andere plaats. Er zit iets waars in het romantische idee van voorbestemming, als men zelf maar al dan niet was verhuist:
Ik had dan nu nog in A gewoond om X te ontmoetten, die ik nu in B ontmoette voordat ze naar A ging.
Of ik was verhuisd naar C dankzij Y waar ik Z ontmoette die ik nu al kon in B omdat ik niet naar C was gegaan. Ze konden zelfs beiden waar zijn voor de levenslijn.
Deze mensen hadden altijd mij gevonden, hoe de volgorde van mijn leven ook was gelopen. Of ze me ook hadden gevonden als hun leven een andere volgorde gehad had is discutabel.
Menig forens (en toerist) zal zich wel herkennen.


serendipity

Het is dezelfde onzichtbare hand die het mogelijk maakt om elkaar voortdurend mis te lopen alsof men zich in een tragedie van Sophocles bevindt. Of dat men eerst de broer ontmoet en later verliefd wordt op zijn zus, zonder dat men met de verwantschap bekend is, maar dat was evenmin een komedie.
Het is dan een kleinere wereld om er ons aan te herinneren dat we allemaal pionnen zijn in elkaars domheid en voor het lot.
Men kan zijn vrienden dan nog zo selectief kiezen en liegen voor de weg naar succes waardoor sommigen met een kruiwagen vol alcohol de ladder niet op kunnen, het geloof kent geen regels die de levenskunst niet tarten kan.