Wat er ook gebeurt: de entropie, de wanorde, neemt toe al naar gelang de tijd verstrijkt. Dat is echter niet het hele verhaal. Wat ook toeneemt is extropie, stelt het extropisme. Door evolutie worden levende systemen steeds beter in wat ze doen. Zijn we onafwendbaar op weg naar Het Paradijs op aarde en in de kosmos?
Entropie
Het was genoeg om een gevoel van naderende ondergang over Duitsland en de rest van Europa te verspreiden: de ontdekking eind negentiende eeuw dat entropie altijd toeneemt. Entropie betekent: in elk gesloten systeem neemt de chaos toe, tot alles is veranderd in een enorme amorfe massa met overal dezelfde temperatuur. De chaos, de Oud-Griekse naam voor een dergelijke toestand ligt dus niet aan het begin, zoals de Grieken en andere oude volgen geloofden maar aan het einde der tijden. Met andere woorden: het heelal zal op het einde een warmtedood sterven. Nu denken we dat het heelal oneindig uit zal blijven zetten en daardoor nooit in een hittedood-stadium terecht zal komen, maar voor weinig vrolijke naturen als de warmteleer-grootheid Ludwig Boltzmann zal dit zeker als motivatie hebben meegespeeld toen hij op 62-jarige leeftijd zich het leven benam.
Wat is extropie?
Toch merken we al naar gelang de tijd verstrijkt per saldo niet een achteruitgang maar juist een vooruitgang. Honderd miljoen jaar na de Big Bang waren er alleen protosterren. Bij haar ontstaan was de aarde een roodgloeiende bol lava, omringd door gassen (we weten dat sommige exoplaneten zoals Corot-7B, waarop het waarschijnlijk steentjes regent, er nog steeds zo uitzien).
Ondanks de toename van entropie is de aarde nu een stuk prettiger dan vier miljard jaar geleden. Dat is geen toeval, zeggen extropisten.
Toen de aarde voldoende was afgekoeld, vormde zich leven. De eerste miljarden jaren eencellig, de laatste vijfhonderd miljoen jaar ging het snel tot we nu het voorlopige hoogtepunt hebben bereikt. Er hebben nooit slimmere of biologisch efficiëntere wezens op de aarde rondgelopen, gevlogen en gezwommen dan nu. Er moet dus een principe aan het werk zijn (evolutie) dat leidt tot een steeds grotere ordening en een steeds grotere informatieinhoud. Tom Bell verzon voor de steeds toenemende kwaliteit (het product van evolutie dus) het woord ‘extropie’, de mate van zinnige informatie. Max More werkte in 1988 en later het principe verder uit. De laatste versie is hier te vinden.
Door evolutie aangescherpte informatie op informatiedragers leiden tot meer kwaliteit. In levende wezens is dat de genetische informatie in RNA en DNA, in de mens en enkele andere soorten aangevuld met in hersenen vastgelegde culturele evolutie (sommige vogels wisselen melodieën uit en enkele mensapen leren van elkaar hoe je gereedschappen gebruikt). Uniek (voorzover we weten) aan de mens is onder meer dat de mens (als enig levend organisme op aarde) informatie op kan slaan in ‘dode’ materie, zoals geschreven tekst. Daardoor kan je nu de gedachten van al lang overleden genieën als Jezus, Mozart en Einstein nog steeds horen. Hiermee ontstond een nieuw extropisch domein. De culturele geschiedenis van de mens is een steeds sneller toenemen van de extropie. Culturele evolutie, vooral na de ontwikkeling van de wetenschappelijke methode, is ongehoord effectief. In een luttele vijfhonderd jaar hebben we de prestaties van vier miljard jaar evolutie geëvenaard.
Extropistische ethiek
Extropisten zijn onuitroeibare optimisten. Extropisten geloven dat de toekomst beter zal zijn dan het heden omdat er meer extropie is dan nu en menselijke beperkingen zullen verdwijnen. Hoe meer extropie, hoe beter de toekomst er uit zal zien. Daarom vinden extropisten dat de mens haar evolutie in eigen hand moet nemen en slecht werkende biologische systemen in het menselijk lichaam moet vervangen door betere ontworpen systemen. Ziekten zijn geen straf van God, maar ontwerpfouten, ontstaan in de tijd dat evolutie nog geen bewust proces was. Het uiteindelijke doel is lichamelijke onsterfelijkheid. Techniek moet zoveel overvloed creëren dat bezit geen rol meer speelt omdat iedereen heeft wat zijn of haar hart begeert.
Een gevolg hiervan is dat de natuurlijke leefomgeving van de mens moet worden uitgebreid. Op dit moment is alleen de aarde een groene, leefbare wereld. Extropisten vinden dat we het hele zonnestelsel, uiteindelijk zelfs het hele multiversum geschikt moeten maken voor bewoning door intelligente wezens. Omdat het menselijk lichaam vol gebreken is, betekent dat uiteindelijk dat de menselijke geest moet worden geüpload naar een duurzaam kunstmatig lichaam.
Christelijk extropisme en transhumanisme
Er bestaat een opmerkelijke overeenkomst van het extropisch ideaal met Jezus’ en Johannes’ visioenen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop de wedergeboren christenen in het Koninkrijk der Hemelen een nieuw lichaam zouden krijgen.
Het Nieuwe Jeruzalem zoals beschreven in de Tenach en het Nieuwe Testament, een kubus van meer dan duizend kilometer groot, doet griezelig modern aan.
Voor christelijk-extropisten is dit geen toeval, is het zeker geen toeval dat extropistische idealen zich in een christelijke beschaving ontwikkelen. Het is volgens christelijk-extropisten al die tijd Jezus’ bedoeling geweest dat christenen er naar streven om de extropistische visie werkelijkheid te laten worden en een nieuw Jeruzalem, een nieuwe hemel en aarde te creëren waarin onsterfelijke mensen zullen leven in een wereld van overvloed en universele liefde.
Het extropisch ideaal is alleen te bereiken door een haast religieuze zuiverheid van geest. Technieken ontwerpen is in laatste instantie een creatief proces. Alle technieken die worden ontworpen moeten zelfloos en zuiver zijn, dat wil zeggen democratisch en niet-vervuilend en niet geperverteerd kunnen werken. Ook de nadruk die het christendom legt op persoonlijke groei en het ontwikkelen van talenten komt sterk overeen met de extropistische idealen. Zou dit het christendom in één klap nieuw leven inblazen en klaar maken voor de verre toekomst, voor zover het dat al niet is?
"