Hoe groot is het probleem?
“Nauwkeurige schattingen zijn moeilijk te geven”, zegt René Veenstra, kersverse hoogleraar sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Onlangs kreeg hij een miljoen euro subsidie om een landelijk anti-pestprogramma te introduceren en evalueren. “Het aantal slachtoffers hangt af van waar je de drempel legt. Maar vaak wordt gesproken over een percentage van 10 á 15% dat gepest wordt, eenzelfde percentage kinderen dat pest, en een kleinere groep van 5 á 7 % die zowel pest als gepest wordt.”
Pesten: iets tussen pestkop en slachtoffer?
Niet echt. Steeds vaker wordt pesten door wetenschappers gezien en benaderd als een sociaal proces waar de hele omgeving bij betrokken is. Zo blijkt uit onderzoek dat pesten het schoolplezier van alle klasgenoten vermindert, ook als kinderen niet zelf slachtoffer zijn.
Deze groepsbenadering van pestgedrag blijkt ook een goede methode te zijn om om te gaan met pesten in de klas: spreek niet alleen de pestkoppen en slachtoffers aan, maar ook de verdedigers en de omstanders. “Pestkoppen willen de baas over zwakkeren zijn, maar willen tegelijkertijd door de rest van de klas geaccepteerd worden”, zegt René Veenstra. "Ze letten er dus wel op dat hun gedrag niet een duidelijke afkeuring oproept. Wanneer pestkoppen veel sterker afgewezen zouden worden door hun klasgenoten, dan zal het pesten waarschijnlijk afnemen. De leerkracht kan daarbij een belangrijke rol spelen door pesten af te keuren.”
Gepest worden, daar word je niet sterker van
Kinderen die slachtoffer zijn van pesten hebben volgens onderzoek vaker last van psychosomatische gezondheidsklachten. Volgens het promotieonderzoek van de Leidse gezondheidswetenschapper Minne Fekkes, die 3000 basisschoolleerlingen interviewde, lijden pestslachtoffers vaker aan depressie, hoofdpijn, buikpijn, vermoeidheid, bedplassen en slaapproblemen.
Ook hier is de sociale dynamiek in de klas belangrijk. Zo blijkt uit onderzoek van promovendus Gijs Huitsing dat kinderen die het enige pestslachtoffer zijn in een klas met veel pestkoppen, er meer last van hebben dan gepeste kinderen in een klas met weinig pestkoppen en veel pestslachtoffers. In een één-door-veel (in tegenstelling tot een veel-door-één) situatie heeft een gepest kind nog minder zelfvertrouwen en nog vaker depressieve klachten.
Pesten ook slecht voor daders
Hoewel pestkoppen soms populair zijn, vooral als ze pestend, dominant gedrag combineren met sociaal en hulpvaardig gedrag, leren pestkoppen wel verkeerde omgangsvormen aan. Als pestkoppen niet gecorrigeerd worden, gaan ze hun dominantie omgang met anderen normaal vinden. Bovendien blijkt hardnekkig pesten samen te gaan met allerlei ander deviant gedrag, zoals spijbelen of roken. Een kleine geruststelling komt van Nijmegens onderzoek: de helft van de jeugdige pestkoppen houdt op met pesten als ze eenmaal naar de brugklas gaan. Maar de daders die blijven pesten, die komen dan wel weer vaker in de criminaliteitsstatistieken terecht.
Meer weten?
"
O, vandaar