Planking grijpt als een virus om zich heen. Afbeelding: © marketingfacts
Komkommeroorlog met Duitsers, Planking grijpt als een virus om zich heen, DSK gedroeg zich als een beest, situatie in Libië is een tijdbom. Als je erop let, kom je overal vergelijkingen en metaforen tegen. In de media maar ook in de politiek is het een populair retorisch trucje. Soms heel onschuldig, maar soms ook heel gevaarlijk. Zo vergeleek Hitler joden met ongedierte dat bestreden moet worden.
Een groep Amerikaanse onderzoekers heeft nu aangetoond dat metaforen zich stevig kunnen vastpinnen in ons brein. En op die manier sturen ze onze gedachten.
De onderzoekers, afkomstig van de universiteit van Stanford, voerden leesexperimenten uit bij studenten en een grote groep internetgebruikers. De teksten berichtten over groeiende misdaadcijfers in de fictieve stad Addison. Aan de lezers de taak om een oplossing aan te dragen voor dit probleem.
De helft van de proefpersonen kreeg een tekst waarin misdaad metaforisch werd beschreven als een virus. De andere helft kreeg dezelfde tekst, alleen werd misdaad hierin vergeleken met een beest. De proefpersonen die met de virus-metafoor werden geconfronteerd, droegen andere oplossingen aan dan de proefpersonen die de beest-metafoor voorgeschoteld kregen. De metafoor die gebruikt werd, bleek zelfs sterker door te werken in de besluitvorming dan de persoonlijke politieke voorkeur van de proefpersonen.
Onbewust proces
De onderzoekers voerden vijf verschillende experimenten uit. Om de metafoor goed neer te zetten, werd de eerste tekst in het eerste experiment doorspekt met werkwoorden als infecting (‘infecteren’) en plaguing (‘een plaag vormen’); de tweede met werkwoorden als preying (‘ten prooi vallen’) en lurking (‘zuigen’). Een groot deel van de tekst bestond uit statistieken om de criminaliteitscijfers weer te geven. Na het lezen van de teksten moesten de proefpersonen oplossingen aandragen voor de misdaadproblematiek. Ook moesten zij zinnen uit de tekst aanvoeren ter onderbouwing. Het verschil tussen beide groepen proefpersonen bleek significant.
Lezers van de tekst waarin misdaad werd voorgesteld als een virus, kwamen met oplossingen die sterk overeenkomen met het bestrijden van een echt virus: de oplossingen werden vooral gezocht in het voorkomen van misdaad, door het bestrijden van armoede en het verbeteren van het onderwijs. Lezers van de tekst waarin misdaad werd voorgesteld als een beest, kwamen met oplossingen die sterk overeenkomen met die voor bijvoorbeeld een vossenplaag. Oplossingen werden gezocht in het vangen en opsluiten van misdadigers. Dat de metafoor vooral onbewust doorwerkt op het denken, bleek uit het feit dat de letterlijke metafoor nooit werd aangedragen als onderbouwing. In plaats daarvan wees een grote meerderheid op de statistieken.
Activatie in het brein
Hoe sterk metaforen werken, bleek uit een tweede experiment. In dit geval werden dezelfde metaforen gebruikt, alleen waren deze subtieler aangebracht in de tekst. In plaats van met verschillende woorden werd de metafoor nu weergegeven met één enkel woord. Zo luidde ongeveer de beginzin: “Misdaad is een virus/beest dat Addison in zijn greep heeft”. De uitkomsten waren vergelijkbaar met het eerste experiment. Opnieuw droeg de groep met de virus-metafoor vooral preventieve maatregelen aan, terwijl de groep met de beest-metafoor vooral corrigerende maatregelen aandroeg.
In een derde experiment werd de metafoor zelf weggelaten. Nu werd alleen gekeken naar het effect van activatie van de woorden ‘virus’ of ‘beest’ in het brein. Voorafgaand aan het lezen van de tekst, moesten de proefpersonen een synoniem geven voor één van deze woorden. In dit geval werd geen verschil meer gevonden tussen de groepen proefpersonen. De metafoor moet dus wel expliciet aangeboden worden, alvorens hij onze gedachten kan manipuleren. Maar zodra dit gebeurt, heeft dit zelfs gevolgen op de langere termijn. Dat bleek uit een vierde experiment waarin de proefpersonen meer informatie mochten vergaren alvorens tot een antwoord te komen. Nog steeds bleven de proefpersonen op hetzelfde gedachtespoor zitten.
Framing
Een uit Amerika overgewaaide term is ‘framing’. Door altijd vanuit een bepaald kader te praten, kunnen politici een éénduidige boodschap overbrengen. Zo gebruikte George W. Bush tijdens zijn Mission Accomplished speech in 2003 veel militair gekleurde woorden.
Politieke voorkeur
In het vijfde en laatste experiment werd de metafoor later in de tekst aangeboden. Hoewel je zou verwachten dat een metafoor aan het eind van de tekst beter in je hoofd blijft hangen, bleek het tegendeel waar. De metafoor was meer van invloed wanneer deze aan het begin werd gepresenteerd. Volgens de onderzoekers laat dit zien hoe een metafoor inwerkt op onze gedachten. Bij het lezen van de metafoor wordt een bepaalde gedachtestructuur in ons hoofd opgeworpen. Vervolgens wordt alle binnenkomende informatie in deze structuur vormgegeven.
Tot slot vergeleken de onderzoekers de uitkomsten met verschillen in persoonlijke politieke voorkeur. Het straffen van misdadigers bleek over het algemeen een populairdere maatregel onder Republikeinen dan onder Democraten. Toch veranderde 20 procent van de lezers hun antwoord onder invloed van de metafoor in de tekst. Wanneer de groep proefpersonen werd opgedeeld naar metafoor, waren de verschillen sterker dan wanneer het onderscheid Republikeinen versus Democraten werd gemaakt. Houd je hoofd er dus bij, als een journalist of politicus zich weer eens bedient van een mooie metafoor!
Bron:
- Paul H. Thibodeau, Lera Boroditsky: Metaphors We Think With: The Role of Metaphor in Reasoning.
Zie ook:
"