Haatzaaien is in Nederland grond voor juridische vervolging. Wilders wil het begrip ‘haatzaaien’ uit het strafrecht verwijderen. Heeft hij gelijk?
Nadat het controversiële proces tegen Geert Wilders is uitgemond in vrijspraak op alle aanklachten[1], wil de omstreden politicus dat ‘haatzaaien’ uit het Wetboek van Strafrecht verdwijnt, m.a.w. dat niemand meer vervolgd kan worden op grond van haatzaaien [2]. Maar wat is haatzaaien nu precies?
Overbodig wetsartikel
Het artikel waar Wilders naar verwijst is artikel 137 d van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel, waarvan de laatste incarnatie tot stand gekomen is op 11 november 2004, luidt:
1. Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
2. Indien het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt of door twee of meer verenigde personen wordt gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie opgelegd.
Dit artikel verdient in deze vorm niet de schoonheidsprijs. Om te beginnen wordt het ‘aanzetten tot haat en discriminatie’ in één lid samengenomen met ‘gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen’. Het gaat hier om twee heel verschillende gedragingen: er is een essentieel verschil tussen het zich negatief uitlaten over een bepaalde groep mensen en aanzetten tot het gebruik van geweld. Dit tweede, aanzetten tot geweld, om welke reden dan ook, is opruiing en aanzetten tot een misdrijf. Beide zijn al afdoende strafbaar gesteld in het heldere en eenduidige artikel 131 WvSr:
Artikel 131 W.v.Sr.:
Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruit, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie
Zoals Wilders naar aanleiding van dit proces terecht opmerkte, kan er getwist worden over wat haatzaaien is en wat informatief. Zo is Wilders van mening dat de islam een extremistische ideologie is met als doel de gehele wereld te onderwerpen. Een logisch gevolg van die aanname is dat het verstandig is anderen te waarschuwen tegen deze ideologie. De tegenstanders van Wilders ervaren dit als haatzaaien.
Strafvermindering op grond van discriminatie
Het is zelfs mogelijk door zich te beroepen op art. 137d, de straf onder art. 131 W.v.Sr. te laten beperken tot maximaal één jaar. Dat zal wel niet de bedoeling zijn geweest. Overigens zijn ook de overige onderdelen van artikel 137 [3] uiterst dubieus en juridisch problematisch.
Er wordt namelijk verwezen naar het begrip ‘discriminatie’. Discrimineren betekent domweg: onderscheid maken. Waarschijnlijk bedoelen de juridische genieën die deze wettekst hebben opgesteld hiermee: ongeoorloofde generalisatie op grond van ras, geslacht, afkomst en dergelijke. Wat geoorloofde of ongeoorloofde generalisatie is, is uiteraard nogal arbitrair. Zo zal een man geen aanspraak kunnen maken op zwangerschapsverlof omdat hij niet zwanger kan worden.
Wat ook mede de uiteindelijke vrijspraak voor Wilders verklaart: wijselijk concludeerde de rechtbank vermoedelijk dat dit juridische mijnenveld de reputatie van de Nederlandse rechtspraak geen goed doet.
In de huidige vorm kan artikel 137 dan ook het beste verdwijnen.
Bronnen:
1. Wilders op alle punten vrijgesproken, Volkskrant [2011]
2. Wilders: haatzaaien niet meer strafbaar, Novum [2011]
3. Wettekst art. 137 WvS, Rijksoverheid
"
Je wilt toch niet beweren dat Wilders met zakelijke berichtgeving bezig was, of is zijn politiek idee over de islam plots een wetenschap! Ik heb hem in de media nog nooit over het qutibisme gehoord, zo een expert is het.