Onderzoekers van het Römisch-Germanisches Zentralmuseum in de Duitse stad Mainz deden deze bijzondere ontdekking toen ze een eerdere opgraving van een vroeg-Keltisch praalgraf – tussen 1970 en 1973 – evalueerden. Het praalgraf, dat sinds de oorspronkelijke ontdekking algemeen bekend staat als de Magdalenenberg, ligt bij het dorp Villingen-Schwenningen in het Zwarte Woud. In het praalgraf ligt een edelman begraven die behoorde tot de Keltische Hallstatt-cultuur. Het complex heeft een doorsnede van zeker honderd meter.
Rondom de centrale graftome werden nog veel meer graven gevonden, vermoedelijk van mensen die nauw verwant waren aan deze edelman. De naburige graven waren echter op een mysterieuze manier gerangschikt. Archeologen konden hier jarenlang geen regelmaat of patroon in ontdekken. Nieuw onderzoek leidt nu tot een spectaculaire conclusie. De rangschikking van de graven blijken een nauwkeurige afspiegeling te zijn van de positie van de sterrenbeelden aan de noordelijke hemel.
Doordat de aarde een baan om de zon beschrijft, zijn niet alle sterrenbeelden het hele jaar door te zien. Bovendien verschuift de nachtelijke hemel langzaam door de eeuwen heen als gevolg van aardse precessie en bewegen sterren ten opzichte van elkaar (een extreem traag proces). Met behulp van speciale computerprogramma’s maakte Dr. Allard Mees, hoofdonderzoeker van het Römisch-Germanisches Zentralmuseum, reconstructies van de noordelijke sterrenhemel in de vroeg-Keltische tijd. De positie van de graven rond de grafheuvel komt enkel overeen met de sterren aan de noordelijke hemel zoals deze is tussen midwinter en midzomer.
Hij stelde nauwkeurig vast dat de graven een exacte afspiegeling vormen van de noordelijke sterrenhemel in de zomer van het jaar 618 v. Chr. Het is waarschijnlijk dat Magdalenenberg ook op dat moment aangelegd is. Hiermee is het de oudste maankalender die bijna volledig intact teruggevonden is.
Maan-stilstand
Veel bekende astronomische kalenders uit de prehistorie, waaronder het wereldberoemde Stonehenge in Zuid-Engeland, richten zich voor hun tijdsbepaling op de plaats waar de zon opkomt en ondergaat. De kalender die verstopt zit in het praalgraf van Magdalenenberg richt daarentegen op de maan. De tijdrekening van vroeg-Keltische culturen was grotendeels gebaseerd op de cycli waarmee de maan afwisselend zijn hoogste en laagste punt ten opzichte van de hemelevenaar bereikt.
De maankalender van Magdalenenberg. De positie van graven rondom de centrale tombe komen exact overeen met de sterrenbeelden aan de noordelijke sterrenhemel. Rijen houten palen wijzen precies naar de plek waar zich elke 18,6 jaar een ‘grote maanstilstand’ voordoet. Afbeelding: © Jahrbuch Römisch-Germanisches Zentralmuseum
De bouwers van deze kalender brachten rijen houten palen aan die precies wezen naar de locatie van de maan tijden een zogenaamde grote maanstilstand. Dit verschijnsel doet zich elke 18,6 jaar voor. De maan bereikt dan zijn hoogste punt ten opzichte van de hemelevenaar en lijkt daarna in slechts twee weken terug te vallen naar het laagste punt ten opzichte van deze evenaar. Een maanstilstand werd door verschillende culturen uit de brons- en ijzertijd als een bijzondere gebeurtenis gezien en was dan ook het belangrijkste ijkpunt in de tijdsrekening van deze culturen.
Vergetelheid
De Romeinse veldheer Julius Ceasar heeft tijdens veroveringstochten in Gallië (het gebied dat nu grofweg Frankrijk is) in zijn dagboeken de maancultuur van verschillende vroeg-Keltische volken beschreven. Toen de Romeinen grote delen van Europa veroverden en kalenders invoerden die gebaseerd waren op de stand van de zon, raakten de oude Keltische maankalenders echter grotendeels in de vergetelheid.
Over de manier waarop de Keltische maancultuur precies functioneerde bestaat nog altijd veel onduidelijkheid. ‘Voor het eerst kunnen we ons nu een compleet beeld gaan vormen van Maancultuur van vroeg-Keltische beschavingen’, aldus archeoloog Allard Mees in een toelichting.