vrijdag 26 oktober 2012

Menselijke voorouder klom nog in bomen

Menselijke voorouder klom nog in bomen:
Australopithecus afarensis is een mensachtige die ruim drie miljoen jaar geleden in Ethiopië leefde. In 1974 werden de eerste fossielen van deze menselijke voorouder gevonden, het skelet ‘Lucy’. Al snel bleek dat de onderbenen en voeten van A. afarensis sterk lijken op die van moderne mensen. Er bestaat dan ook geen twijfel over het feit dat deze mensachtige rechtop kon lopen.

Bijzondere vondst

Bracht A. afarensis dan helemaal geen tijd meer door in de bomen? Daar zijn de meningen over verdeeld. De vorm van het schouderblad is erg belangrijk bij het bepalen of een soort veel klimt. Maar daar zit nu juist een probleem, want schouderbladen zijn flinterdun en fossiliseren meestal erg slecht. Van volwassen exemplaren van A. afarensis zijn alleen losse stukjes schouderblad terug gevonden. Die stukjes wijzen erop dat het schouderblad van deze mensachtige erg veel aapachtige kenmerken heeft. Maar duidelijkheid is er zeker niet.
A. afarensis: skelet met schouderbladenPopup
Het skelet Selam dat Zeresenay Alemseged vond in Ethiopië. Links en rechts onder het hoofd zijn duidelijk de twee gefossiliseerde schouderbladen te zien. Afbeelding: © Zeray Alemseged/Dikika Research Project
In 2000 vond de Ethiopiër Zeresenay Alemseged het fossiel van een driejarig A. afarensis meisje. De vondst was heel bijzonder omdat direct duidelijk was dat het skelet twee intacte schouderbladen bevatte. Het heeft Alemseged heel wat tijd gekost om die schouderbladen zeer voorzichtig vrij te prepareren uit het zandsteen waarin ze opgesloten zaten.
Samen met zijn Amerikaanse collega David Green vergeleek hij de schouderbladen vervolgens met die van andere uitgestorven mensachtigen, moderne mensen en apen. Het schouderblad van A. afarensis bezit twee kenmerken die ook voorkomen bij apen, maar niet bij mensachtigen die later leefden en ook niet bij moderne mensen.

Richeltje

Het eerste kenmerk is de kom waarmee de bovenarm op het schouderblad aansluit. Bij A. afarensis en bij apen staat die kom iets naar boven gericht, zowel bij jonge individuen als bij volwassenen. Bij andere mensachtigen en moderne mensen staat die kom in eerste instantie iets naar beneden gericht. Naarmate het individu ouder wordt, gaat de kom steeds meer opzij staan. Het tweede kenmerk is een richeltje dat bovenaan over het schouderblad loopt. Bij A. afarensis loopt dit richeltje, net als bij apen, schuin. Bij andere mensachtigen en moderne mensen loopt het richeltje daarentegen nagenoeg horizontaal.
Rechter schouderblad van A. afarensisPopup
Vrijgeprepareerd rechter schouderblad van A. afarensis. Afbeelding: © David Green
Wetenschappers zijn het er over eens dat de kenmerken van het schouderblad voor een groot deel bepaald worden door de manier waarop de schouder wordt gebruikt. Omdat het schouderblad van A. afarensis sterk lijkt op dat van apen is het dan ook zeer waarschijnlijk dat deze mensachtige nog veel tijd doorbracht in bomen, stellen Alemseged en Green. En die conclusie heeft consequenties voor onze schatting van het tijdstip waarop mensachtigen stopten met het klimmen in bomen. Dat is waarschijnlijk veel later dan tot nu toe werd gedacht.

Bronnen:


Lees meer over de evolutie van de mens op Kennislink:

Zie ook:

Klimmende tweevoeter (Wetenschap24)

Selam, de tussenkleuter (Wetenschap24)