Praten zit al zo verkeerd als het maar komen kan.
Geen contact gevonden. Geen gelukt.
Alles is weder om en aan flauwekul kapot gegaan.
Deze strohalm is niet te zuipen.
En mijn parachute klapt ook niet uit.
Een achternaam, een voornaam, een naamloze, eindeloos fout gecombineerd.
Is de appel nu nog niet geschild?
Ben ik jou nog niet boven?
Is het al kkaargekomen?
Is vergeten geloven?
Zei is nooit naamloos, zij is pech.
Dus je vind me asociaal, flauw hoor.