Ik ben weer eens traag van begrip zoals gewoonlijk en volkomen belachelijk, maar het poëtisch beeld van een bellenblaas ...is zo vaag, overdonderend, zacht, koud, ongrijpbaar en te simpel.
Universeel fragiel, schitterende verwoesting en luchtig beladen.
Je kan het maken, laten zweven en breken naar je eigen goeddunken en plezier en machtshonger.
Wellicht was het maar een kauwgum, wie zal het zeggen?
Maar met de clou viel niets meer te beginnen want dat was ermee een horror vacui waar mijn verstand niets mee kon.
Het is zinloos, leeg en gemeen om te vragen wie of wat die bellenblaas waren of was.
Vind je ook niet?
Hoe kon je het nou zo belazeren?
Want met de hele vraag heb je zelf de zeepbel.
Je gebruikt het dan ook in elke oneigenlijke manier en noemt het spielerij.
Maar ik moet het je nageven: in jou spel is ongehoord meer dan in mijn spel.
Homo bulla, Ik haat je nooit meer!