In een groep is de rechtvaardigheid meestal al gesneuveld nog voor de eerste leugen, en nog voor de eerste leugen is het individu al bedrog in het groepsbelang. Door de leugen is praten ook niet meer zinvol omdat praten alleen zin heeft als men zich interesseert voor waarheidsvinding, in naam van de leugen is in een groep altijd een iemand de zwakste schakel. Is die ene zwakke schakel nu dan in wezen goed omdat dat individu uit de groep valt?
In het tijdperk van slavernij was de groep je identiteit, maar met het kapitalisme is je werk tot je identiteit gemaakt, in de post-moderne tijd lijkt het web je identiteit te zijn geworden.
Natuurlijk bestaan er allerlei mengvormen van identiteitverhoudingen in verschillende situaties en is verdere nuancering niet nodig aangezien mensen elkaar woordeloos beoordelen kunnen.
Het is in die aandacht dat alle kritiek in bedrog verstomd en lijkt een mens meestal deels goed en slecht, het is echter wel zwart-witter met een gelige piskleur die men ook terug vind in bier.
Aangezien in der loop der eeuwen ook de snelheid waarmee mensen hun identiteit dom en fout wordt gelogen ook is toegenomen, zijn er steeds minder dingen waarmee men zich nog verbonden kan voelen buiten de onpersoonlijke atheistische krachten als geld en sex. Zelfs moderne catastrofes wekken nog nauwelijks genoeg élan voor een spontane actie. Wat men een twintig jaar geleden nog geëngageerd noemde en nu onder het kopje participatie doorgaan moet is slechts een frasering in de uitholling van alle moeite tot connectie. Twintig jaar is ook minimaal de tijd die de generatieve klok aanwijst als punt voor belangwekkende en noemenswaardige veranderingen in iemands individuele leven, en die het leven volkomen zinloos maken. Er zijn ergere dingen gekomen dan de dood met laffe helden.