maandag 11 april 2011

België: to be or not to be?

België: to be or not to be?: "

De geografische verschillen tussen het vlakke Vlaanderen en het heuvelachtige Wallonië dreigen het land uit elkaar te trekken. Toch is het uiteenvallen van België niet in het belang van de buurlanden.


Het ongelukkige huwelijk van laagvlakte en heuvelland

België maakt geografisch deel uit van de Noord-Europese laagvlakte en verbiedt het dichtbevolkte Noord-Frankrijk met het Rijngebied. Dat betekent dat België zowel een handelsknooppunt is als een geliefd doelwit voor invasielegers op mars. Het land bestaat uit drie taalgebieden: het vlakke Nederlandstalige Vlaanderen, het heuvelachtige Wallonië en het kleine Duitstalige grensgebied rond Eupen. Deze taalgebieden komen ruwweg overeen met de geografie. Er bestaan felle spanningen tussen de Vlamingen, zestig procent van de bevolking, en Walloniërs, die voor een groot deel terug te voeren zijn op economische verschillen en daaruit voortvloeiende machtsverschillen.



In grote lijnen valt de taalgrens samen met een geografische grens: het vlakke, vruchtbare Vlaanderen contra het heuvelachtige Wallonië.

In grote lijnen valt de taalgrens samen met een geografische grens: het vlakke, vruchtbare Vlaanderen contra het heuvelachtige Wallonië.


Vlaamse handelaren versus Waalse keuterboertjes

België valt samen met wat na de Nederlandse opstand tegen de Spanjaarden de zuidelijke Nederlanden heette. Vlaanderen was altijd al een welvarend landbouw- en handelsgebied, geholpen door de vele waterwegen en vlakke geografie, terwijl het armoedige Wallonië werd gehinderd door het ontbreken van goede wegen en aaneengesloten dichtbevolkte gebieden. De Zuidelijke Nederlanden maakten na enkele roerige eeuwen Habsburgs en Oostenrijks bestuur enkele jaren deel uit van Nederland, waarna een door Frankrijk gesteunde volksopstand leidde tot de onafhankelijkheid van België. De door Franstaligen overheerste regering investeerde veel geld in de industrialisatie van het erts- en steenkoolrijke Wallonië. Wallonië veranderde daardoor in het welvarendste gebied van België, wat de overheersende positie van de Franstaligen versterkte. Dit wekte, met de taalwetten, uiteraard de nodige wrevel onder de Vlamingen.


Vlamingen profiteren van hun talenkennis en de geografie

Toen net als in de rest van Europa de Waalse industrie in de jaren zeventig in elkaar zakte en in België de dienstensector het belangrijkst werd, bleek de strategische ligging en gunstige geografie van Vlaanderen weer zoals vanouds een voordeel. De enige grote haven van België, die van Antwerpen, ligt in Vlaanderen. Ook spreken Vlamingen over het algemeen goed Engels en Frans, terwijl Walen er weinig voor voelen om Nederlands, Duits of Engels te leren: een paradoxaal gevolg van de discriminatie van Nederlandstaligen in het verdere verleden. Dit gaf de Vlamingen een grote voorsprong om optimaal gebruik te maken van de nieuwe diensteneconomie. De welvaart in Vlaanderen nam daarom snel toe terwijl die in Wallonië stagneerde. De economische macht verschoof steeds meer naar Vlaanderen. In Nederland waren de industriële gebieden veel homogener verdeeld over het land (Limburg, Twente, Rotterdam), waardoor de sociale onrust veel minder samenviel met geografie.


In Wallonië heerst daarom nu een gevoel van rancune en malaise (ook omdat zestig procent van België Nederlandstalig is), terwijl de Vlamingen zich economisch uitgebuit voelen (per jaar gaat er plm. 5,5 miljard euro van Vlaanderen naar Wallonië, dat is bijna duizend euro per Vlaming per jaar).



Groot-Nederland betekent boze Fransen.

Groot-Nederland betekent boze Fransen.


Splitsing van België: de gevolgen

Als België zou worden gesplitst in een Nederlandstalig en een Franstalig deel, zou dit enkele conflicten beëindigen, maar nieuwe conflicten veroorzaken. Zo is er de tweetalige stad Brussel (nu in de praktijk een Franstalige stad), als vestigingsplaats van de EU een gewilde trofee voor zowel Walen als Vlamingen. Als de zes miljoen Vlamingen met de zeventien miljoen Nederlanders in één land zouden wonen, zou dit Nederland aanmerkelijk sterker maken dan nu. Wel zou de mededinging tussen de Antwerpse en de Rotterdamse haven wat binnenlandse spanningen opleveren.


Groot-Nederland zou hiermee definitief geostrategisch veranderen in een middelgroot land en een serieuze mededinger voor de macht op de Noord-Europese laagvlakte (met alle geostrategische gevolgen van dien; zo werkt het klassieke Nederlandse spel niet meer). Ook zou Nederland dan direct aan het dichtstbevolkte deel van Frankrijk grenzen dat nu nog op voor Nederlanders comfortabele afstand ligt. In veel opzichten zou de efficiënte, goed geoliede diensteneconomie van Groot-Nederland, dat veel weg heeft van een enorme stad en ook economisch een formidabele macht vormt, hiermee sterker worden dan het gebied rond Parijs en het door stakingen geteisterde Frankrijk stevig in de marge drukken. Vermoedelijk zal Frankrijk hier niet erg blij mee zijn en heel wat minder coöperatief worden dan nu.


Voor Frankrijk zou de absorptie van drie miljoen armlastige Walloniërs weinig problemen opleveren, maar de krachtsverhouding met Duitsland zou geografisch gezien verstoord worden. Er ontstaat een tweede grens met Duitsland, vlak bij het Ruhrgebied, deze keer zonder een beschermende rivier er tussen als buffer. Geen prettig vooruitzicht voor de Duitsers, die er vermoedelijk dan ook alles aan zullen doen dat te voorkomen.


Een betere oplossing

De Belgen zullen moeten leren leven met de realiteit dat ze rond een taalgrens wonen. Onderwijs in de talen Frans, Duits en Nederlands moet op alle scholen, dus ook in Wallonië, verplicht worden gesteld. Ook moet het merkwaardige onderscheid tussen Franstalige en Nederlandstalige partijen en de vele bizarre taalregels verdwijnen. Overal in België moeten burgers terecht kunnen in het Nederlands, Frans en Duits. Politieke ideologie heft immers weinig te maken met taal. Ook moet er een einde komen aan de transfers, deze zuigen Vlaanderen leeg en werken verwoestend en ontwrichtend in Wallonië. Dit geld kan beter worden besteed aan goed taalonderwijs, bijvoorbeeld aan Waalse werklozen die zo in Vlaanderen kunnen werken. Ook kunnen de Belgen zo maximaal profiteren van de lucratieve Europese overheidsbureaucratie rond Brussel.

"