Een van de meest centrale actoren in het huidige financiële systeem zijn de banken. Banken hebben het unieke recht in onze economie om geld te mogen creëren. Bakkers bakken brood, bouwvakkers bouwen huizen en banken creëren geld, ieder zijn bedrijfsmodel. Hoe werkt dit systeem van geldcreatie precies?
Hoe maken bankiers geld uit het niets?
Het is wellicht het handigst om dit te illustreren met een voorbeeld.
Als er een hypotheek van 200.000 euro wordt afgesloten voor een huis, dan is het niet nodig dat de bank dit geld heeft. De bank hoeft slechts 3% tot 10% van dit bedrag te hebben om 200.000 euro te mogen uitlenen. De rest creëert de bank er zelf bij. Als er wordt uitgegaan van de strengste norm, dan dient de bank 20.000 te hebben in eigen vermogen om er 180.000 euro bij te mogen creëren uit het niets. (Tegen 6000 euro eigen vermogen om er 194.000 euro bij te mogen creëren in het meest soepele geval.) Het wordt pas echt duidelijk hoe interessant dit unieke bedrijfsmodel is, als men beseft dat de bank wel rente mag heffen over het hele uitgeleende bedrag.
In een rekenvoorbeeld kunnen we stellen dat de bank een hypotheek uitgeeft van 200.000 euro tegen een rentepercentage van 5%. De hypotheek wordt over 30 jaar afbetaald door elke maand 1.075 euro af te lossen. Na deze 30 jaar heeft de bank ruim 185.000 euro aan rente binnengekregen over het uitgeleende bedrag. De persoon die de hypotheek afsloot heeft in totaal 200.000 plus 185.000 euro aan rentelasten betaald en heeft in totaal 385.000 euro voor de woning moeten betalen. De persoon heeft bijna twee keer zoveel voor het huis betaald dan de daadwerkelijke prijs. Raar maar waar, de bank heeft over 30 jaar tijd 185.000 euro kunnen verdienen door slechts 6.000 tot 20.000 euro zelf te hebben aan het begin van die periode. Grote kans dat de bank meer aan het huis heeft verdient dan alle bouwmaterialen en arbeid bij elkaar die het heeft gekost om het te bouwen. En de bank kan bij een nieuwe eigenaar van het huis dit spel weer van voren af aan beginnen te spelen. Dit allemaal dankzij het zeer gunstige recht om geld te mogen creëren. Wellicht verklaart dit waarom mensen in het bankwezen over het algemeen prima verdienen en veel banken prachtige hoofdkantoren hebben in de duurste steden.
De banken de lusten, de belastingbetaler de lasten
Wat dit allemaal nog bijzonderder maakt is dat als een bank onverhoopt toch mocht dreigen failliet te gaan, de kosten hiervan linksom of rechtsom bij de klanten en de belastingbetaler komen te liggen. Als de bank gered wordt door de overheid met belastinggeld dan draaien de belastingbetalers op voor de rekening. Mocht de overheid de bank zoals elk ander bedrijf wel daadwerkelijk failliet laten gaan dan worden de spaarders die geld bij deze bank hebben staan er de dupe van. Mocht de overheid echter garant staan voor het spaargeld dan komt het grootste deel van de rekening alsnog wederom bij de belastingbetaler terecht.
Geldcreatie en rente hierover vragen levert geld op zonder dat er daadwerkelijk iets van waarde in de maatschappij wordt gecreëerd. Geld verdienen is voor sommige sectoren zo wel heel gemakkelijk.
Voor verschillende landen is dit reden genoeg geweest om de banken, zeker wat betreft hypotheken, in handen van de overheid te houden (of weer terug te brengen) zodat de winsten naar de hele gemeenschap gaan. Dit lijkt gemakkelijk te rechtvaardigen aangezien de risico`s uiteindelijk ook altijd bij de gehele gemeenschap komen te liggen als het misgaat. Als je private banken het recht op geldcreatie geeft dan gaan de winsten naar enkele individuele personen terwijl eventuele schulden altijd gesocialiseerd zullen worden. Mensen die meer willen weten over geldcreatie en verschillende mogelijke economische systemen, kunnen terecht bij de eerdere artikelen die op deze site verschenen over de toekomst van onze economie. (deel 1 & deel 2)