De huidige Homo sapiens is in vergelijking tot zijn voorouders maar een vrij ‘kale aap’. Natuurlijke selectie zou hiervoor verantwoordelijk zijn: de afname in lichaamsbeharing – en de ontwikkeling van de zweetklieren – zou erop gericht zijn, om oververhitting te voorkomen. Dit was erg voordelig voor onze voorouders om te kunnen overleven op de warme, open vlaktes van het Pleistoceen.
Uit een recent onderzoek van Isabelle Dean van de universiteit van Sheffield (UK) blijkt nu echter dat ons smalle en relatief weinige lichaamshaar ook voordelig is in het ontdekken van huidparasieten.
In haar onderzoek werden mannelijke en vrouwelijke proefpersonen blootgesteld aan de bedwants, een parasitair bloedzuigend insect. Hongerige bedwantsen mochten op behaarde of op kaalgeschoren onderarmen een geschikt kaal stukje huid zoeken waar ze hun steeksnuit het gemakkelijkst in konden boren. Het bleek dat de proefpersonen de bedwantsen op de ‘normale’ behaarde arm eerder opmerkten dan op de gladde arm. Bij de over het algemeen nog sterker behaarde mannenarm had de bedwants daarnaast ook nog eens meer moeite een geschikte steekplek te vinden.
Haarbarrière
Een behaard lichaamsdeel had voor de gastheer (de mens) niet alleen het voordeel dat de parasiet sneller opgemerkt werd, maar dat deze ook meer moeite had met het vinden van een geschikte voedingsplek. Niet geheel onverwacht hadden mannen een gemiddeld hogere dichtheid van de haarfollikels en een grotere haarlengte. Mogelijk verklaart dit ook het resultaat dat in het onderzoek alleen bij de man de bedwants meer moeite moest doen om een geschikte plek te vinden.Een hogere dichtheid en langere haren kunnen echter ook voordelig zijn voor de parasiet, omdat ze zich makkelijk kunnen verbergen. Denk maar aan de primaten met hun dichte vacht. Maar daar hebben de primaten ook iets op bedacht: het vlooigedrag. Naast de sociale functie, is het vlooigedrag ook gewoon bedoeld om elkaar te ontdoen van vervelende parasieten.
Parasietenvrije partner
Waar de onderzoekers zich verder over buigen is het verschil in lichaamsbeharing tussen mannen en vrouwen. Ze denken hierbij aan de seksuele selectie theorie zoals bij veel vogels en zoogdieren speelt: de vrouw is kieskeurig in het vinden van een geschikte partner voor het investeren in de nakomelingen. Het kost tenslotte veel energie voor de vrouw om nakomelingen voort te brengen, en dan kan je beter maar meteen de juiste partner aan de haak slaan. Een partner vrij van parasieten geniet dan de voorkeur en dit kan mogelijk de selectiedruk op het behoud van meer lichaamsbeharing bij de man in stand houden.Homo erectus familie, 900.000 jaar geleden. Afbeelding: © Wikimedia Commons
Een kaal was ook tijdens een ijstijd handig, Een bibberende homo sapiens is een gelukkige homo sapiens. Vandaar het gezegde: kaal geluk.