In Duitsland is de Piratenpartij al de derde partij in de peilingen. Dat is niet voor niets. De toenemende invloed van informatie vertaalt zich hierom in steeds meer politiek gewicht. Wordt de Piratenpartij straks een grote partij?
De drie productiefactoren: arbeid, kapitaal en informatie
Uiteindelijk, het kan u als lezer onmogelijk ontgaan zijn, komt politiek neer op praten over geld. De miljoenen en miljarden vliegen de argeloze televisiekijker om de oren. Geld, op zijn beurt, is een abstractie van waarde. Waarde wordt geproduceerd in bedrijven en organisaties, in de vorm van producten of diensten. Zo heeft een zak aardappels waarde, maar een uitvoering van het Nederlands Filharmonisch Orkest of de veiligheid die een politiekorps produceert, ook. Om iets te produceren zijn er drie dingen nodig. Mensen die het werk verzetten, kapitaal om de grondstoffen, gebouwen en/of machines in te kopen en kennis, informatie dus, om het productieproces zo te sturen dat er iets tot stand komt om de klant te bedienen. Als we bijvoorbeeld Nederland als één groot bedrijf zien, de bekende BV Nederland, worden arbeid, kapitaal en kennis gecombineerd om welvaart te produceren.
In de technisch meest ontwikkelde landen rukt de Piratenpartij op. Informatie wordt eindelijk een politieke macht op zichzelf.
In de meeste ontwikkelde, niet door etnische of religieuze spanningen verdeelde landen zijn er een sterk links en rechts blok. De grootste partij in het linkse blok heet vaak Partij van de Arbeid, Labour of de Arbeiderspartij (Israël). De namen van de rechtse partijen lopen uiteen, vaak komt er iets van Vrijheid en Democratie in voor (VVD, FDP), maar in hun partijprogramma en beleid vertegenwoordigen zij het kapitaal. In veel landen komt er ook een christendemocratische partij voor, die in grote lijnen het ‘sociale kapitaal’ en collectivistische element van een land vertegenwoordigt. Door de enorme individualisering en het langzaam verdwijnen van het christelijk geloof kwijnen deze partijen. In feite is dit een direct gevolg van het technologiseren en voorspelbaarder worden van onze samenleving. Partijen die de burger als consument van staatsdiensten vertegenwoordigen (in Nederland de PVV en SP) doen het daarentegen steeds beter.
Belangen en gedrag van Arbeid en Kapitaal
Het kan nuttig zijn om de interne dynamiek van Arbeid en Kapitaal te bestuderen. Hieruit zijn namelijk goede voorspellingen af te leiden over het gedrag van arbeiderspartijen en kapitalistische partijen. Het gedrag van kapitaal is door Marx en zijn navolgers al vrij nauwkeurig in kaart gebracht. Kapitaal streeft er naar kosten te externaliseren (op een ander af te schuiven) en winsten te internaliseren (in eigen zak te steken). Kapitaal houdt niet van risico’s, die de winsten in gevaar brengen. Eigendomsrechten moeten dus vastliggen en zo uitgebreid mogelijk zijn. Hulpbronnen waarop geen eigendomsrechten berusten, zoals visgronden op zee, zullen massaal worden uitgebuit. Een stabiel, conservatief land is daarmee de beste plaats voor kapitaal. Vandaar dat kapitalistische partijen doorgaans nogal conservatief zijn. Ook wil kapitaal de productiekosten zo laag mogelijk houden. Het gevolg is dat kapitalistische partijen zo laag mogelijke lonen, belastingen en zo min mogelijk bescherming voor de arbeiders willen.
Arbeiders streven naar maximale baanzekerheid en inkomsten, dus werkgelegenheid. Ze willen dat arbeid schaars wordt. Vandaar de eindeloze onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers (kapitaal en arbeid, dus). Het gemeenschappelijke belang van beide is zekerheid, waardoor er vaak zeer bureaucratische en ingewikkelde arbeidsovereenkomsten worden gesloten. Vooral in situaties waarin weinig Arbeid veel Kapitaal controleert (luchtverkeersleiders, operatoren in een fabriek) heeft de Arbeid veel macht en kan hoge lonen en baanbescherming eisen. Krijgen de arbeiders die eenmaal, dan is er ook weinig behoefte om te staken. Vandaar dat in stabiele landen als Zweden waar de arbeiders zeer goed worden betaald en beschermd, toch hoge winsten worden gemaakt. Door het gedeelde belang van stabiliteit heerst er veel vertrouwen tussen werkgevers en werknemers, waardoor de efficiëntie zeer hoog is en Kapitaal het aandurft peperdure machines neer te zetten.
Kennis: informatie
We zagen al dat Kennis, toegepaste informatie dus, het onmisbare derde ingrediënt is voor succesvolle productie. Het informatiegehalte van producten en diensten neemt steeds meer toe. Niet alleen zit er in de gemiddelde nieuwe auto anno 2012 meer elektronica dan in de Apollo 12, die de mens naar de maan bracht, zat, ook het productieproces wordt steeds meer informatiegestuurd. Hierbij verdwijnt er steeds meer productiekennis uit de hoofden van de arbeiders en komt deze in computerprogramma’s te zitten. Het gevolg is dan ook dat de rol van Kapitaal (computerprogramma’s kosten geld, steeds meer dingen worden in kapitaal uitgedrukt) steeds meer toeneemt. We zien dit aan de steeds groter wordende VVD.
Staatsgreep van Informatie
Echter: informatie heeft ook een eigen karakter, dat los staat van kapitaal. Zo heeft informatie van nature de neiging zich zoveel mogelijk te verspreiden. Kopiëren van informatie kost namelijk maar weinig; zijn er eenmaal een aantal kopieën, dan is het vrijwel onmogelijk om de informatie te vernietigen. Deze neiging van informatie zich te verspreiden en te evolueren heeft de mens overigens geen windeieren gelegd. Waar een vuurstenen vuistbijl dagenlang klopwerk en jarenlange ervaring vereist, en het onding om de haverklap stomp werd, is nu voor omgerekend een dag werk eersteklas gereedschap te krijgen. De toegenomen invloed van Informatie vertaalt zich voor het eerst in de geschiedenis in de politiek. Voor het eerst bestaat er nu een politieke partij die de belangen van Informatie vertegenwoordigt: de Piratenpartij. De natuurlijke vijand van Informatie is Kapitaal (omdat Informatie vrij wil zijn, dus ook vrij van auteurs- en eigendomsrechten). Ook met Arbeid is de verhouding moeizaam. Immers: Informatie maakt voortdurend banen overbodig (en schept ook nieuwe), waardoor de klassieke strategie van CAO-onderhandelingen steeds meer achterhaald wordt. Vandaar dat ook Arbeiderspartijen Informatie wantrouwen, hoewel de verhouding minder negatief is dan die van Informatie met Kapitaal. De stemmers op Informatiepartijen kennen de spelregels van deze nieuwe situatie en buiten deze maximaal uit. Ze zijn gewend aan een risicovol leven, surfen op de golven en springen voortdurend naar nieuwe kansen. Ze downloaden en knutselen dat het een lieve lust is en hebben daardoor een leven als een vorst. De gevestigde partijen kunnen zich maar beter zorgen maken.