Met het Pirahã meende Everett bewijs in handen te hebben tegen het zogenaamde aangeboren taalvermogen. Dat een deel van ons taalvermogen is aangeboren, werd al in de jaren ’50 beweerd door de taalkundige Noam Chomsky. Zijn theorie wordt nog steeds breed gedragen binnen de taalwetenschap. Diverse Chomsky-aanhangers beschuldigden Everett de afgelopen jaren daarom van een foutieve interpretatie van zijn onderzoeksdata. Het debat wordt nu nieuw leven ingeblazen met de publicatie van Everetts nieuwste boek Language: The Cultural Tool. Daarin laat hij opnieuw zien hoezeer taal beïnvloed wordt door cultuur.
Daniel Everett (rechts op de foto bij de Pirahã) kwam als missionaris in aanraking met het Pirahãvolk, maar viel uit eindelijk van zijn geloof. Acht jaar leefde hij onder de Pirahã. Hij is momenteel werkzaam aan de Bentley Universiteit in Massachusetts. Afbeelding: © Dan Everett
Recursiviteit
Bovenal wijst Everett in zijn boek het bestaan van een aangeboren taalvermogen van de hand. Het bestaan van een aangeboren taalvermogen impliceert namelijk dat er universele principes zijn, die voor elke taal gelden. Het belangrijkste universele principe is recursiviteit. Dat althans beweren de taalkundigen Chomsky, Hauser en Fitch in een veel geciteerd artikel uit 2002.Recursiviteit betekent dat een structuur zichzelf eindeloos kan herhalen. Zo kun je een enkele zin met een oneindig aantal bijzinnen uitbreiden. Het zou het enige kenmerk zijn dat menselijke taal onderscheidt van dierentaal, hoewel ook op dit punt onenigheid bestaat onder taalwetenschappers. De zang van bepaalde vogels laat volgens sommige taalwetenschappers ook recursie zien.
In 2005 schreef Everett in zijn befaamde artikel in Current Anthropology dat de Pirahã geen recursie kennen. Net als dat zij geen begrippen hebben voor kleuren en getallen en geen verleden of toekomende tijdsvormen kennen. Dat de Pirahã niet bekend zijn met deze begrippen komt volgens Everett door hun levensstijl. Getallen hebben ze bijvoorbeeld niet nodig omdat ze geen geld hebben en geen handel drijven. En verleden en toekomende tijdsvormen gebruiken ze niet omdat ze helemaal in het hier en nu leven.
Interpretatie
Het pleidooi van Everett tegen het bestaan van taaluniversalia (universele principes in taal) stuitte verschillende taalkundigen tegen de borst. In 2009 verscheen een artikel van Nevins, Rodrigues en Pesetsky in het tijdschrift Language, als reactie op het artikel van Everett. De drie wetenschappers hadden het Pirahã nog eens goed bestudeerd aan de hand van materiaal uit Everetts proefschrift. Daarin meenden zij wél aanwijzingen te vinden voor recursiviteit in het Pirahã. Maar die voorbeelden bleven omstreden. En ook een analyse van 1000 zinnen uit het Piraha, getranscribeerd door een andere missionaris dan Everett, gaf geen onomstotelijk bewijs voor het bestaan van recursie.Volgens Everett wordt taal vooral beïnvloed door de cultuur van een volk. Een van de voorbeelden die hij geeft in zijn boek is het Banawávolk, een andere stam in de Amazone. In hun taal wordt een persoon waarvan het geslacht onbekend is aangeduid als vrouwelijk, evenals een gemengde groep mannen en vrouwen. Terwijl in de meeste culturen de mannelijke vorm wordt gebruikt. Volgens Everett houdt dit ermee verband dat in de Banawágemeenschap ook een rigide scheiding tussen de seksen bestaat. Afbeelding: © Alina da Cruz
Een ander probleem is dat er onenigheid is over het begrip recursie. Als je het breder interpreteert dan enkel het bestaan van zinnen binnen zinnen, zijn er wellicht aanwijzingen voor te vinden in het Pirahã. Bijvoorbeeld in de manier waarop ze verhalen vertellen. Maar Everett meent dat zelfs recursie geen bewijs is voor het bestaan van een taalorgaan in de menselijke hersenen. Een taalorgaan zou volgens hem betekenen dat taal niet aangeleerd hoeft te worden. En dat is niet het geval.
Complottheorie
Tegenstanders van Everett vinden het ongeloofwaardig dat hij zijn onderzoeksdata nooit openbaar heeft gemaakt. Naar eigen zeggen is hij nog steeds bezig met het vertalen van al het materiaal dat hij decennialang heeft verzameld. Zelf vermoedt Everett dat sommige van zijn tegenstanders hem tegenwerken in het vinden van meer bewijsmateriaal. Zij zouden ervoor gezorgd hebben dat hij geen toegang meer heeft tot de Pirahã.Een professor in de taalkunde uit Rio de Janeiro heeft inderdaad toegegeven dat zij in 2007 een brief schreef aan de Braziliaanse regering. Volgens haar voldoet Everetts onderzoek niet aan de wetenschappelijke standaards. Aan de Pirahã zelf ligt het in ieder geval niet, als je de documentaire The Grammar of Happiness mag geloven die in mei wordt uitgezonden. Daarin is een Pirahãspreker te zien die een emotioneel pleidooi houdt voor terugkeer van de onderzoeker, want: “Dan speaks our language”.