Elk jaar zijn er zeker twee dagen waar het land zich voorbereidt op oproerkraaiers: Koninginnedag en de jaarwisseling. Het resultaat is elke keer weer een paar honderd arrestaties en tientallen gewonden. Ondanks de lokale verschillen in heftigheid, spreekt men al jaren van rustig verlopen dagen.
In tegenstelling tot andere landen, hoeft de overheid zich niet op de 1e mei voor te bereiden. Ook dit jaar zal die dag in Nederland uitermate rustig verlopen. Tenzij op een van de vele koopzondagen het publiek aan het plunderen slaat of er grote rellen uitbreken bij een van de voetbalwedstrijden. Maar dat heeft dan niets met De Dag van de Arbeid te maken.
Op het verjaarsfeestje van de PvdA zal ongetwijfeld met de nodige nostalgie gemijmerd worden over de opkomst van de arbeidersbeweging. Wie De Nieuwe Buitensociëteit in Zwolle passeert en niet op de teksten let van de daar aangeheven liederen, denkt vast de gezangen van een kerkgenootschap te horen. Op naar het licht en Morgenrood doen qua toonzetting niet onder voor God, enkel licht of Morgenglans der eeuwigheid. Wil de PvdA haar populariteit vergroten, dan zou de partij eens wat hedendaagse songwriters aan het werk moeten zetten.
Hoe anders verloopt de 1e mei in andere landen. Berlijn bereidt zich elk jaar voor op traditionele matpartijen met het gezag. In Griekenland werden vorig jaar banken en winkels belaagd. De 1 mei-viering werd aangegrepen om te demonstreren tegen de bezuinigingen, tengevolge van de kredietcrisis. In Spanje verwacht men vandaag om dezelfde reden ook schermutselingen. En waar het in andere landen feestelijker zal toegaan, kan men wel op massale bijeenkomsten rekenen.
Zegt de Dag van de Arbeid de Nederlanders zo weinig, omdat het arbeidsethos zo belabbberd is? Nederlanders vinden werk alleen niet zaligmakend. Bovendien zijn in de loop der jaren arbeidsomstandigheden, werktijden en loon redelijk geregeld. Zodra er een conflict dreigt draait de consensusmachine op volle toeren en voorkomen compromissen al te heftige arbeidonsrust.
Dat was 65 jaar geleden wel anders. In de roerige veertiger jaren staken hier 1265 stakingen de kop op. Daarvan kreeg de oude Drees er onder zijn bewind 969 te verduren. Maar dat was snel over. In de 50’er jaren waren er nog maar 687 stakingen. In de ‘sixties’ waren arbeidsconflicten, met 341 stakingen, amper meer de reden tot maatschappelijk onrust.
Het tij leek te keren in de 70’er (577 stakingen) en 80’er jaren (542 stakingen), maar dat was slechts een kleine opleving van arbeidersassertiviteit. De 90’er jaren kende 490 stakingen en na 2000 kunnen we wel spreken van relatieve arbeidsrust. Tot op heden waren er niet meer dan 321 stakingen. (Gegevens onder andere geput uit deze database van het IISG).
De Dag van de Arbeid 2011 staat dus in het teken van Koninginnedagkaters, koopzondagen en wat nostalgische meiboom-party’s. Rutte kan rusten, de overheid kan zich beperken tot het beveiligen van 30 april en de jaarwisseling. Het blijft wel oppassen. Onder Balkenende was er al enige toename van arbeidsonrust. Met 229 stakingen staat deze premier zelfs boven Den Uyl, die slechts 195 stakingen voorbij zag trekken.
Balkenende had in 2010 met 11 stakingen te doen. In de korte tijd dat Rutte regeert, zijn er al 18 stakingen en werkonderbrekingen de revue gepasseerd en daarmee staat hij net boven Zijlstra (10 stakingen), de hekkensluiter in het rijtje MP’s dat zich met arbeidsonrust zag geconfronteerd. Daarnaast worden er continu acties gevoerd tegen de bezuinigingen. Dat thema scoort onder Rutte het hoogst. Door heel het land zijn er al 75 acties geweest. Arbeidsonrust bleef beperkt tot 19 acties, maar in heel 2010 waren dat er 17, waarvan drie onder Rutte.
Nederland is geen land dat de kredietcrisis snel zal koppelen aan stakingen en werkonderbrekingen. Maar zou Rutte het voor elkaar krijgen de 1e mei nieuw leven in te blazen?
"