De ontwikkeling van de landbouw in Europa bracht onze prehistorische voorouders een hoop goeds. Veel bewoners van Europa verruilden hun onzekere bestaan als rondtrekkende jager-verzamelaar voor een leven als landbouwer. Ze begonnen zich voor het eerst op vaste plaatsen te vestigen waarna ze zich in relatief rap tempo verder konden ontwikkelen. De landbouw-revolutie was cruciaal voor het ontstaan van de eerste oude beschavingen.
Deze ontwikkeling had echter een onoverkomelijk neveneffect. De eerste boeren hadden snel door dat niet elke grond even geschikt was om gewassen op te verbouwen. Met name de lössgronden in Centraal-Europa waren erg in trek. Er gold letterlijk: wie het eerst komt, die het eerst maalt. Kennis van landbouw leidde dan ook vrijwel direct tot groeiende ongelijkheid tussen groepen.
Britse archeologen onder leiding van professor Alex Bently van de Universiteit van Bristol onderzochten meer dan driehonderd menselijke skeletten stammend uit het vroege Europese Neolithicum. Dat tijdperk begon zo’n 7000 jaar geleden met de geleidelijke introductie van de landbouw op het Europese continent.
Uit het onderzoek bleek dat sommige van deze vroege Europese boeren gebruik konden maken van aanzienlijk vruchtbaarder grond dan andere. Of de boeren al dan niet samen met hun landbouw-werktuigen begraven werden bleek hiervoor kenmerkend. Deze week publiceren de archeologen over hun onderzoek in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS).
Uit analyse van strontium-isotopen, een chemische stof die iets kan vertellen over hoever van zijn geboorteplaats een boer was gestorven, bleek dat de skeletten waarbij landbouw-werktuigen werden aangetroffen veel minder ver van hun geboorteplaats stierven dan skeletten die zonder deze grafgiften begraven werden. Ze woonden waarschijnlijk in de buurt van productieve en vruchtbare landbouwgrond. Dit gaf deze mannen rijkdom en status.
Kennis van de landbouw (Neolitische revolutie) verspreidde zich vanuit het Midden-Oosten over Europa. Afbeelding: © wikimedia commons
Dit primitieve systeem waarbij de toegang tot goede landbouwgrond al vroeg in landbouwperiode ongelijk verdeeld was legde de kiemen voor veel verder gaande ongelijkheid in de latere prehistorie. Sommige groepen waren in staat enorme praalgraven neer te zetten voor hun overleden leiders, terwijl andere stamoudsten genoegen moesten nemen met een eenvoudig gat in de grond.