vrijdag 18 mei 2012

de psychologie van europeanen en het smurfengetal




De nietigheidsgevoelens van europeanen kan men berekenen als men de bevolking van een land deelt door de totale europese bevolking.
Vroeger was nederland niet groter dan 16 miljoen inwoners, maar tegenwoordig zijn deze inwoners dus 30 maal kleiner geschaald in hun groepsbeleving doordat ze 30 maal in de totale europese bevolking van 495 miljoen past. De nederlandse inwoners voelen zich als europese bewoners dus 30 maal zo klein geworden in de vergelijking met de EU. Iets dergelijks geld voor alle europeanen in de europese landen, waarbij sommige landen de politieke nadruk op europa legde en andere op hun eigen land.
Men ziet direct in het diagram dat de bewoners van malta en luxemburgers zich wel 1000 maal kleiner geschaald voelen in de EU (blauw) dan voorheen zonder EU en tov nederland (rood). Voor duitsers komt men niet verder dan 6 maal verkleining, en fransen en engelsen zijn 8 maal kleiner geworden, de italianen zijn 9 maal kleiner geschaald t.o.v. europa.
Grieken hebben net als de belgen en de portugezen een schaalvergroting gezien van 46 om bij europa te mogen horen, en zou Brussel hiermee slechts een toevallige overeenkomst hebben? Dat de grieken dan ook 46 maal meer geld lenen dan dat ze kunnen ophoesten mag men een misleidt vertrouwen noemen.
Doordat niet alle inwoners van de europese landen  (nog) een zelfde schaalgevoel hebben en 21 van de 27 landen onder de gemiddelde schaalvergroting van 176 zitten mbt. de EU, is het wel duidelijk dat je echt europeaan voelen nog wel lang op zich kan laten wachten.
Zo blijkt uit de andere kant van schaalvergroting dus dat de schaalverschillen in europa zich niet eenvoudig laten wegwerken in de psyche van europa, vooral niet door nationalisten.

De verhouding is helemaal zoek als men de grootte van de landelijke parlementen vergelijkt met het aantal zetels in het europese parlement van 2009. Luxemburg heeft het kleinste parlement (eerste en tweede kamers zijn bij elkaar genomen)
en italie de grootste. Duitsland heeft echter de meeste zetels in het EU parlement en malta de minste. Hoe meer monden hoe meer zeggingskracht, maar het aantal monden met zeggingskracht voor een land in de EU en het aantal monden met landelijke politieke zeggingskracht zijn niet aan elkaar gerelateerd. En ergens is dat raar, aangezien het netwerk en zeggingskracht van al die parlementsleden reikt tot in europese parlement. En ermee meer wordt geregeld dan alleen maar ons stemgedrag. Zo blijkt het duits parlement in het netwerk van parlementen een middenmoter te zijn waarbij duitsland echter wel de meeste zetels in het EU parlement heeft. Het gaat dan ook niet om de zeggingskracht van die EU zetel maar om het netwerk dat erbij hoort. Dat geldt dan ook vooral voor minderheden. Dankij de sociale media is zeggingskracht en netwerk bijna hetzelfde, maar is dat in de politiek niet uitgewerkt.