donderdag 17 januari 2013

De feiten liegen niet - Filosofie - TROUW

De feiten liegen niet - Filosofie - TROUW

Een vorm van verraad
Hoe het komt dat leugens zulke heftige emoties teweegbrengen, óók bij mensen die geen directe belanghebbenden zijn, legt Frankfurt uit in zijn boekje. De leugenaar pleegt een vorm van verraad. Hij probeert een verzinsel te verkopen als de waarheid. 'Als hij daarin slaagt, krijgen we een beeld van de wereld waarvan de oorspong in zijn verbeelding ligt in plaats van dat het rechtstreeks en ondubbelzinnig steunt op de relevante feiten. Als onze wereldbeschouwing is gevormd door de leugen is de wereld waarin we leven een denkbeeldige wereld.'

Zodra we hier achterkomen, is dat op zijn minst ontnuchterend en in het ergste geval ronduit kwetsend. De ontmaskering van de leugenaar betekent namelijk ook altijd een beetje de ontmaskering van onszelf. Kennelijk zijn we te naïef geweest en dit is pijnlijk om te moeten onderkennen.

Dit verraad aan de realiteit en de bijbehorende kater als het aan het licht komt, kan het postmodernisme maar moeilijk verklaren. Deze filosofische stroming heeft vele vertegenwoordigers, maar zonder uitzondering pleiten ze ervoor het klassieke waarheidsbegrip te schrappen. Er zou slechts een veelheid aan perspectieven bestaan - zoveel als er mensen zijn. Het ene perspectief kan geen hoger waarheidsgehalte claimen dan het andere.

Zolang je er maar mee wegkomt
Illustratief is de definitie van de Amerikaanse filosoof Richard Rorty. Zijn hoofdwerk 'Philosophy and The Mirror of Nature' (1979) is één lange afrekening met 2500 jaar kenleer. Het zou onmogelijk zijn om kennis te nemen van de werkelijkheid. Waarheid is volgens een beroemde definitie van Rorty: 'What your peers will let you get away with.' Ofwel: zolang je ergens maar mee wegkomt.
"

De waarheid der dingen en de waarheid tussen mensen zijn verschillende werelden, hoe moeilijk is dat inzicht? Feiten staan tot fictie als waarheid staat tot dictaat.
Wat koop ik voor een relatieve waarheid als het wordt gedicteerd door mijns gelijke?
En door zijns gelijke het meeste mocht verliezen? 
Wat is perspectief zonder uitzicht op deugd? Wat heb ik aan Baudrillards simulacrumtheorie als een gevangenis een fantasiebeeld is dat in werkelijkheid uit niets bestond, om niets. En wat als alle lege codes en betekenisloze ruil geil zijn om de aandacht. Er moet een diepere laag bestaan, waar liefde een connectie zonder spektakel, uiterlijke schijn of glamoureuze design is, met een eigen intrinsieke wetmatigheid. En kan men liefde bijeen stelen? Wellicht is de werkelijkheid stom en lelijk, want daar is niemand geil op?