De ondergang van het Retorisch Dagblad: ‘Is het niet doodzonde?’:
Het Retorisch Dagblad stopt per 30 april aanstaande de persen. Hoewel de krant in de journalistieke wereld van meet af aan als verfrissend en origineel werd betiteld, bleef de hoeveelheid abonnees structureel achter bij de verwachtingen. De breed ingezette reclamecampagne ‘U wordt toch ook abonnee?’ hielp de krant niet aan de broodnodige extra abonnees, waarna het failliet onvermijdelijk bleek.
Ron de Bont, hoofd productie van Wegener, spreekt van een pijnlijk maar onontkoombaar besluit. “Het is vervelend, maar zo’n beslissing neem ik toch niet zomaar? Zonder adverteerders houdt geen enkele krant het uit, toch? Moet ik het dan uit mijn eigen zak gaan betalen?” De Bont uit ook kritiek: “Volgens sommige lezers roepen de artikelen meer vragen op dan antwoorden. Dat leest toch niet fijn? Moeten we zulke klachten negeren?”
Ook Jack van Gelder, hoofdredacteur Sport bij het Retorisch Dagblad, verlaat de krant met pijn in het hart. “Denk je dat Nederland zonder mijn interviews kan? Ik stel toch goeie vragen? Ik weet het nog goed, toen ik voor een reportage voor het Retorische Dagblad aan Advocaat vroeg ‘Die wissel van Bosvelt voor Robben, dat was niet de meest briljante wissel ooit, toch?’ Wie anders kan zo’n vraag stellen?”
Eindredacteur Jos de Mos is teleurgesteld in het besluit: “Zou jij het leuk vinden als je je baan kwijtraakt? Zoiets verwacht je toch niet? De laatste editie van de krant verschijnt nu net twee weken voor het tweejarig bestaan. We hadden allemaal mooie plannen voor de jubileumeditie, maar die kunnen nu weer terug in de ijskast, naast de champagne. Dat is toch eeuwig zonde?”
De Mos hoopt voorzichtig op een digitale doorstart voor enkele succesvolle onderdelen van het Retorisch Dagblad. Volgens de plannen zullen de weerrubriek ‘Lekker weertje, niet?’, de misdaadcolumn ‘Vind je dat misdadigers op kosten van de staat vertroeteld moeten worden?’ en de wekelijkse sportcolumnserie ‘Wie houdt er nou niet van voetbal?’ online voortgezet worden. “Het internet is de toekomst, toch?” aldus de Mos.