Hommels en honingbijen krijgen via het eten van nectar een beetje bestrijdingsmiddel binnen. Afbeelding: © Science/AAAS
In de poging de oorzaak van deze mysterieuze bijensterfte te achterhalen, hebben wetenschappers eerder al een paar verdachten aangewezen. Is het de varroamijt die schadelijke virussen bij zich draagt, zijn het schimmelinfecties, bestrijdingsmiddelen in de landbouw, of misschien wel een combinatie hiervan? Een zware verdenking rust op bestrijdingsmiddelen – die het zenuwstelsel van bijen zouden beschadigen – maar het fijne was er niet van bekend. Maar twee onderzoeken van Franse en Britse bodem, deze week online verschenen in het tijdschrift Science, lijken het te bewijzen: bestrijdingsmiddelen nekken het bijenvolk.
De honingbijen kregen een hoeveelheid bestrijdingsmiddel gevoerd die overeenkomt met wat ze in het veld binnen zouden krijgen. Afbeelding: © © Science/AAAS
De weg kwijt
De Britse onderzoekers van de Universiteit van Stirling gaven één groep hommels nectar te eten met daarin het bestrijdingsmiddel imidacloprid, de andere groep kreeg gewone nectar. Vervolgens mochten de hommelkolonies zes weken rond vliegen in een veld om hun werk te doen: pollen en nectar verzamelen. Aan het begin en einde van de zes weken werd van beide groepen hommels het gewicht van de bijenkorf gemeten, als maat voor de groei van de kolonie.Het verschil? De korven van de imidacloprid-hommels waren na zes weken minder zwaar en zo’n tien procent kleiner dan het onderkomen van de onbehandelde hommels. De wetenschappers denken daarom dat hommels door imidacloprid minder efficiënt voedsel kunnen vinden. Daarnaast werden bij de imidacloprid-hommels gemiddeld maar twee koninginnen geboren, terwijl dat bij de onbehandelde hommels zestien was. Een belangrijke ontdekking: het zijn de koninginnen die de volgende generatie bijen maken.
De Franse onderzoekers van het French National Institute for Agricultural Research keken naar het gevolg van het bestrijdingsmiddel thiamethoxam op honingbijen. Hiervoor lijmden ze chips op de ruggen van vrij rondvliegende honingbijen. Elke keer als een bij de korf in of uitging, werd zijn chip gescand door een speciale lezer. Zo was bij te houden wanneer de bijen kwamen en gingen. Het bleek dat de thiamethoxam-bijen twee tot drie keer vaker niet terugkwamen naar de korf dan onbehandelde bijen. Waarschijnlijk kunnen honingbijen door het bestrijdingsmiddel – omdat het ingrijpt op het zenuwstelsel – de weg naar huis niet meer terug vinden.
De chip, die zo klein is dat de bijen er geen last van hebben, geeft bij het scannen ervan informatie af over individuele bijen. Afbeelding: © © Science/AAAS
Dodelijke dosis
Thiamethoxam en imidacopriod horen beide bij de groep van de zogenoemde neonicotonoïd bestrijdingsmiddelen: sinds 1990 veel gebruikte middelen die giftig zijn voor plaaginsekten. Imidacloprid staat bijvoorbeeld in honderdtwintig landen, voor in totaal honderdveertig gewassen, geregistreerd voor gebruik. Thiamethoxam is wat nieuwer, maar wordt in steeds meer landen goedgekeurd voor de bescherming van onder andere maïs, koolzaad en andere gewassen die door bijen bestuifd worden.Om een bestrijdingsmiddel goed te keuren, moeten fabrikanten verzekeren dat de dosis die op de akkers wordt gebruikt niet dodelijk is voor bijen. Maar de schade die zelfs een klein beetje bestrijdingsmiddel oplevert is onderschat, zeggen de Franse wetenschappers. Neonicotonoïden doden bijen wel degelijk, op een indirecte manier. Bijvoorbeeld doordat ze de weg naar huis niet meer kunnen vinden. Beide onderzoeksgroepen vinden dan ook dat we nog eens goed moeten herzien of het gebruik van neonicotonoïden wel een goed idee is.
Bronnen:
- Penelope R. Whitehorn e.a. Neonicotinoid pesticide reduces bumble bee colony growth and queen production. Science. Online publicatie op 29 maart 2012.
- Mickaël Henry e.a. A Common Pesticide Decreases Foraging Success and Survival in Honey Bees. Science. Online publicatie op 29 maart 2012.