donderdag 15 maart 2012

Zoogdier met complexe tanden overleefde dino’s

Zoogdier met complexe tanden overleefde dino’s:
Het Mesozoïcum was geen pretje voor zoogdieren. Het was de tijd van immer jagende dinosauriërs, hevige aardbevingen en klimatologische capriolen waar we anno 2012 u tegen zeggen. Ondanks al deze moeilijkheden floreerde een bepaald soort knaagdier in deze tijd. Dankzij een set uiterst ingewikkelde tanden.
Een prehistorische dierensoort was in staat om de gevaren van het Mesozoïcum te overleven en zelfs te floreren, dankzij zijn tanden. De multituberculaten, die veel weg hadden van knaagdieren maar er niet aan verwant zijn, werden gekenmerkt door een groot aantal (multi-) knobbeltjes (-tubercula) op hun kiezen. Dankzij die knobbeltjes, zeggen paleontologen van de Universiteit van Washington, waren deze wezens in staat om bedektzadige planten te eten, die juist in die periode in opkomst waren.
Bedektzadige planten verbergen hun zaden onder een laagje materiaal, zoals bij vruchten. Hun tegenhangers zijn naaktzadigen, zoals de dennenappel, waarbij de zaden compleet bloot liggen. De bedektzadigen waren 140 miljoen jaar geleden in opkomst, zo’n 30 miljoen jaar later dan de eerste multituberculaten. Dankzij de komst van de bedektzadigen evolueerden de kleine knaagdierachtigen dramatisch: van de grootte van een muis tot die van een bever.
Knobbelige tanden
Deze gigantische evolutionaire groei werd mogelijk gemaakt door de kiezen die het beestje ontwikkelde. Deze kenden tot wel 348 knobbels met verschillende groottes: ideaal voor het vermalen van de stugge, bedektzadige planten. Wat dat betreft hebben carnivoren een makkelijker leven: om hun voedsel te vermalen, hebben ze per rij tanden ongeveer honderd knobbels nodig.
Na de verdwijning van de dinosauriërs bleven de multituberculaten nog langere tijd bestaan. Uiteindelijk kregen ze concurrentie van primaten, hoefdieren en échte knaagdieren. De knaagdierachtigen hielden enige tijd dapper stand, maar zo’n 34 miljoen jaar geleden liet de laatste multituberculaat het toch voor gezien.
Bron: University of Washington via EurekAlert!
Beeld: Jude Swales/Burke Museum of Natural History and Culture