zondag 9 december 2012

slapende vrouw - hendrik marsman


Slapende vrouw

De onrust en de lichtbewogen
ontvanklijkheid van hare trekken
zijn weggewist en overtogen
door maanlicht, dat in zachte plekken

gestort ligt over kruin en peluw -
en dekens die haar slaap bedekken
welven het maanlicht tot een landschap,
een keten die zijn tere bekkens

van zilverglans doet overstromen -
hoe lieflijk droomt het hoofd daarboven:
de mond, die vlinders niet zou wekken
is vaag geopend en de ogen

die overdag het leven vingen
liggen behoedzaam nu geloken
tussen de ijle zwarte veren
van wimpers en van wenkbrauwbogen.
Porta Nigra (1934)


schrijver