Helft Amerikanen stemt waarschijnlijk strategisch:
Nu de Amerikaanse verkiezingen dreigen uit te monden in een nek-aan-nek-race tussen Barack Obama en Mitt Romney, overwegen steeds meer Amerikanen strategisch te stemmen. Beide kandidaten kunnen hier last van krijgen.
Volgens de laatste Gallup-poll gaat het om zeker vijftig procent van het Amerikaanse electoraat. CNN-journalist Wolf Blitzer is kritisch over de strategische stemmers: “Als je strategisch stemt op Mitt Romney dan betekent het dat de republikein meer stemmen krijgt, terwijl Obama dan minder stemmen krijgt. Als je eigenlijk wilt dat Obama gaat winnen dan is het dus beter om op Obama te stemmen.”
Volgens Blitzer lopen strategische stemmers de kans teleurgesteld te worden, omdat ze niet achter de kandidaat staan waarop ze hebben gestemd, en maken ze bovendien de democratie kapot. “Het Amerikaanse volk moet gewoon stemmen op de kandidaat waar ze achter staat, of dat nu Obama is of Romney. Als je een democraat in het Witte Huis wilt, dan moet je niet op Romney stemmen omdat je Obama niet wil.”
John Anderson, die al jaren strategisch stemt, begrijpt niet wat er mis mee is. “Niemand kan me van strategisch stemmen af houden. Het is één van de verworvenheden van de Verenigde Staten, dat er strategisch gestemd kan worden. Politiek gaat niet om het hart, het gaat om intelligentie. Ik vind dat een stem altijd slim ingezet moet worden.”
Ook de Amerikaanse journalist Thomas Friedman waarschuwt voor strategisch stemmen. Hij vergelijkt strategisch stemmen met schaken. “Alleen de hele goede kiezers kunnen de gevolgen van een stem helemaal overzien. Voor de meeste stemmers is het in de Verenigde Staten pas achteraf duidelijk waar ze het best op hadden kunnen stemmen. Als je strategisch stemt moet je daar dus goed over nadenken.”